|
|
|
Links: Portret van Johannes Willem
von Reinharthausen, de zoon van Marianne en Johannes van Rossum, door Laurens Lodewijk
Kleyn, ca.1861. (Coll. Geschiedkundige Vereniging Oranje-Nassau) en rechts: Prinses
Marianna, ca. 1850. (Coll. Duijvesteincollectie, Leidschendam-Voorburg). |
|
Zij zou eerst een langdurige reis
ondernemen en stelde zich hiertoe in verbinding met dominee G.H. van Senden uit uit
Zwolle, die vaak contact had met het Hof en die veel belangstelling had voor de studie
van het Heilig Land. Ds. H. van Senden werd aldus reisleider van het gezelschap waartoe,
naast Marianne en J. van Rossum, ook de heren Van Dijk, Bolle, J. Hartman, hofmeester,
en verscheidene hofdames behoorden. onder het bevel van scheepskapitein Stavert werd
van wal gestoken met de Willem I-stoomboot. De reis liep over Dieppe, Le Havre, Lissabon,
Cadex, Sevilla, Malaga, Granada, Palermo. Er werd aan wal gegaan in Cefalù
(N-Sicilië ten oosten van Palermo). Daar bracht Marianne op 30 oktober 1849
een zoontje ter wereld dat zij de namen Johann-Wilhelm gaf, ontleend aan zijn natuurlijke
vader en aan Willem I zijn grootvader. Het kind werd tijdelijk toevertrouwd aan vriendenin
Cefalù en dan werd de reis voortgezet over Messina, Malta, Valetta, Alexandrië,
Caïro, Joppe en Jeruzalem, waar een bezoek werd gebracht aan de Heilige plaatsen.
Daarna ving de thuisreis aan naar Voorburg. (Bron: Nationaal Biografisch Woordenboek) |
|
Huize Noordervliet (Coll. Duijvesteincollectie,
Leidschendam-Voorburg) |
|
De prinses was in 1855 weer in Voorburg
teruggekeerd en verbleef regelmatig op haar buiten. In 1879 kocht Marianne ook het
naast Rusthof gelegen Noordervliet.
Dit was vooral bedoeld als logeerplaats voor haar kinderen uit haar huwelijk met
Albert. Die kwamen zo nu en dan hun moeder in Voorburg opzoeken. Het eerder gekochte
klein-Rusthof bleek hiervoor te klein. Vooral haar oudste zoon Albert was royaler
gewend en weigerde in zo'n 'kippenhok' te overnachten. Noordervliet voldeed wel aan
zijn wensen. Door het dempen van de sloot tussen haar twee buitenplaatsen maakte
Marianne definitief een einde aan jarenlange burenruzies over de grenzen en het onderhoud
van het scheidingswater tussen de twee buitens. Op het aangekochte Noordervliet was
een mooie volière. In de 18e eeuw had hier Anthonetta van Schuylenburch gewoond.
Deze adellijke dame bezat een verzameling vogels en in de wei van de overplaats een
'wildbaan' met herten. Wellicht was de volière nog een overblijfsel van Anthonetta's
dierenliefde. Het is de vraag of prinses Marianne op Rusthof de rust heeft gevonden
die de naam van de buitenplaats haar beloofde. Iedere keer weer werd zij, na terugkomst
van haar zoveelste reis, door de bevolking van Voorburg enthousiast ontvangen. Die
bleven haar op handen dragen, door haar goedgeefsheid en persoonlijke aandacht. Toch
merkte Marianne dat haar geliefde en hun zoon in Nederland niet echt werden geaccepteerd.
Voor een betere toekomst voor Johannes Willem, kocht zij in 1855 te Reinhartshausen
een wijnkasteeltje, waar zij regelmatig heen reisde. (Bron: Wiki.toenleidschendam-voorburg.nl)
In de daaropvolgende jaren leidde Marianne een zeer intensief leven dat ze verdeelde
tussen Italië, Duitsland en Neder-Silezië. Dankzij haar familiefortuin
kon de prinses haar levensstijl blijven voortzetten. |
|
Bronnen: |
Wilhelmina Frederica Louisa Charlotte
Mariann op Wikipedia |
Wilhelmina Frederica Louisa Charlotte
Mariannel op Historici.nl |
Een dame uit Nederland |
Nationaal Biografisch
Woordenboek |
Hessische Biografie: Prinzessin Marianne
von Nassau-Oranien, Prinzessin der Niederlande |
Johannes Willem
von Reinharthausen |
Prinses Marianne |
Huize Noordervliet |
|
|
|