|
|
Toen Willem V in Oranienstein het nieuws
over de inhoud van het Verdrag van Parijs had ontvangen was hij zo hevig geschrokken,
dat prinses Louise bang was geweest voor de gevolgen. Hij was in geen enkel opzicht
te spreken over de uitwerking van Amiens in het verdrag van Parijs en liet dat aan
zijn zoon ook blijken. Ook prinses Wilhelmina was er ongelukkig mee.
Willem V uitte zijn ongenoegen ook in brieven aan de koningen van Engeland en Pruisen.
Hij vond dat hij geen enkel recht had op de abdijen, steden en plaatsen, die hem
in het Verdrag van Parijs als schadeloosstelling waren toebedeeld.
Met tegenzin gaf Willem V op 17 juni 1802 vanuit Oranienstein aan een Pruisische
koerier de door hem getekende ratificatie mee van het Huis van Oranje, betrekking
hebbend op de artikelen 8 tot 15 van het Verdrag van Parijs.
Bij een brief van Willem V op 20 juni 1802 aan Willem Frederik sloot hij een akte
waarbij hij ten gunste van zijn zoon afstand deed van het bezit van de hem toegewezen
schadeloosstellingen.
De bij verdrag vastgelegde formele afstand van het stadhouderschap, met de daaraan
verbonden erfelijke rechten en de erkenning van het Huis van Oranje van de Bataafse
Republiek werden publiekelijk niet bekend gemaakt.
Het Huis van oranje was zelf verzoend met de gedachte dat men nimmer meer in het
vaderland terug zou keren. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik.
Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006)
Links: portret van Willem V. Datering en schilder onbekend. (Bron afbeelding: Astrozeeland.nl) |
|
Bronnen: |
Prins Willem V Batavus op Wikipedia |
Willem V van Oranje |
Boek:
Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik |
|
|
|