De Nederlanders waren al in een zeer
vroeg stadium betrokken bij de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783).
Al jaren voor de Onafhankelijkheidsverklaring smokkelden zij wapens naar de ontevreden
kolonisten. Ook nadat de Engelsen een handelsembargo afgekondigd hadden tegen de
opstandelingen, gingen de Nederlandse handelaren door met de wapensmokkel. Daar was
immers goud geld mee te verdienen, want de Amerikanen betaalden goed voor het broodnodige
oorlogsmaterieel.
Dankzij Nederlandse handelaren konden de Amerikanen een leger op poten zetten. Zij
vervulden hiermee een cruciale rol in de beginperiode van het conflict. Officieel
hield de Republiek zich zo veel mogelijk afzijdig en beriep zich op haar neutraliteit.
In 1780 verklaarde Engeland de oorlog aan Nederland, vanwege de wapensmokkel van
de Nederlanders naar de opstandige Verenigde Staten. Er kwam steeds meer kritiek
op Willem V.
Willem V werd beschuldigd van heulen met de vijand: zijn neef George III, de koning
van Engeland.
De Vierde Engels-Nederlandse Oorlog verliep desastreus, op de Slag bij de Doggersbank
na, en al in 1783 is een Vrede van Parijs (1783) gesloten.
Nadat Friesland al op 26 februari 1782 als eerste provincie overstag was gegaan,
erkende de Republiek als tweede natie ter wereld op 19 april 1782 de Verenigde Staten.
(Bron: Historischnieuwsblad.nl) |