Afbeelding inks: Het vertrek van Willem
V uit Scheveningen in januari 1795. (Bron: Koninklijke Bibliotheek, Den Haag)
Toen Stadhouder Prins Willem V (46 jaar), prins Willem Frederik (22 jaar) en Prins
Willem George Frederik (20 jaar) uit den Haag vertrokken had zich vanaf de Plaats
tot aan het Noordeinde een grote menigte verzameld. Nadat de koetsen waren voorgereden
was een stille buiging het laatste vaarwel van de vertrekkenden.
Toen de rijtuigen het strand in Scheveningen hadden bereikt was, ondanks de felle
kou, veel volk op de been. De duinen zagen zwart van de toeschouwers. Er heerste
een diepe stilte toen de prinsen met hun gevolg uit de rijtuigen stapten en een ogenblik
op het strand bleven staan. Toen de stadhouder en zijn zonen, door sterke vissers
gedragen, naar de gereedliggende pink 'Johanna Hoogenraad' werden gebracht, namen
allen op het strand hun hoed af. Rond middernacht koos de pink zee.
Diezelfde avond verschijnen de eerste Fransen in Den Haag.
De overtocht verliep voorspoedig, ook al hadden de prinsen last van zeeziekte.
Na een zeereis van veertig uren kwam de Prins van Oranje met zijn zoons op 20 januari
1795 aan in Colchester in Engeland en gingen daar aan land met een gevolg van bijna
50 personen en verbleven in 'The White Hart' in Colchester.
De oversteek naar Engeland was een noodoplossing. De eerste keus was het vorstendom
Nassau geweest, een Duitse bezitting van Willem V, die sinds lang met het geslacht
Nassau was verbonden. Enkele maanden voor de inval van de Fransen waren daar de nodige
bezittingen en kostbaarheden naar toegebracht. Door het snelle oprukken van de Franse
troepen in januari 1795 was de weg naar Duitsland geblokkeerd en de weg over zee
was door de dichtgevroren Duitse havens onmogelijk geworden.
In Nederland was kasteel Dieren van Willem V door de Fransen verwoest en het schilderijenkabinet,
de bibliotheek en andere kostbaarheden waren door de Franse bezetter als oorlogsbuit
naar Parijs gezonden en in het Louvre ondergebracht. De Fransen hadden de domeinen
van Willem V geconfisqueerd en tegen een rijke betaling 'afgestaan' aan de Bataafse
Republiek.
Zonder inkomsten uit zijn domeinen met de karige revenuen uit het door oorlog geplaagde
Nassau, was Willem V niet alleen een vorst zonder land maar ook een vorst zonder
veel geld geworden.
Prins Willem Frederik haalde zijn moeder, echtgenote en zoontje op in Yarmouth en
bracht ze naar Colchester. Vandaar vertrokken de Oranjes met hun gevolg naar Kew
Palace bij London, ook wel Dutch House genoemd. Koning George III, neef van de Stadhouder,
ontving de stadhouder en z'n gezin en bood hen huisvesting aan in Hampton Court.
Prinses Wilhelmina had bij haar vlucht haar toiletten, bibliotheek, familieportretten
en souvenirs moeten achterlaten. Evenals haar honden, rijpaarden en huisdieren. Maar
in London had ze de tijd van haar leven. Ze werden uitgenodigd voor bals en samen
met haar man danste ze tot in de vroege morgen. Dat Prins Willem V verzot was op
dansen was bekend en ook zijn erotische reputatie was in London doorgedrongen. (Bron
tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam
2006) |