|
De aanhouding van Prinses Wilhelmina
aan de Goejanverwellesluis, 1787. Getekend door J.J.R. De Wetstein Pfister. (Bron
afbeelding: Entoen.nu) |
|
Nadat het patriottische gewest Holland
de prins een aantal bevoegdheden had ontnomen, vertrok het stadhouderlijk gezin in
september 1785 naar het prinsgezinde Nijmegen. De situatie dreigde uit te lopen op
een burgeroorlog. Het was Wilhelmina, binnenskamers nu beschouwd als feitelijk leidster
der Oranjepartij, die de impasse doorbrak. Op 28 juni 1787 vertrok ze met klein gevolg
onaangekondigd naar Den Haag, met de bedoeling om in de (nog in meerderheid prinsgezinde)
Staten-Generaal de zaak van Willem te bepleiten. Deze tocht naar Den Haag getuigde
van persoonlijke moed en zou grote gevolgen hebben voor het land en voor haarzelf.
Enkele kilometers voorbij Schoonhoven werd het gezelschap door een patriottisch vrijcorps
aangehouden en naar een boerderij bij de Goejanverwellesluis gebracht. Daar werd
Wilhelmina ondervraagd en vervolgens terug naar Schoonhoven geëscorteerd. Meteen
stuurde ze brieven aan onder meer de Staten van Holland met het verzoek haar reis
te mogen voortzetten, maar na een dag vergeefs wachten op antwoord keerde ze naar
Nijmegen terug.
Voor haar aanhouding en gevangenneming eiste Wilhelmina bij de Staten van Holland
genoegdoening (satisfactie). In brieven naar Pruisen benadrukte ze het geweld en
de belediging haar aangedaan, en haar broer Frederik Willem II, sinds een jaar koning
van Pruisen, ondersteunde die eis. De Staten van Holland reageerden afwijzend, en
Frederik Willem, die niet verder betrokken wilde raken, bood nu zijn bemiddeling
aan. Wilhelmina bleef echter aandringen, en bleef herhalen dat ze niet conform haar
rang van prinses van Pruisen was behandeld.
Aangespoord door Harris drong nu ook Engeland bij Pruisen aan op actie. Een internationaal
conflict dreigde, want Frankrijk beloofde de patriotten te steunen. Frederik Willem
ging overstag. De formulering van de voorwaarden van de satisfactie liet hij aan
Wilhelmina over en deze was zodanig dat er onmogelijk aan kon worden voldaan. Op
13 september trokken Pruisische troepen de Republiek binnen. In twee weken was het
hele land onder de voet gelopen; alleen Amsterdam capituleerde pas op 9 oktober.
Frankrijk hield zich afzijdig. (Bron: Historici.nl)
Afbeelding: Onderhoud met Prinses Wilhelmina aan de Goejanverwellesluis. (Bron: Entoen.nu) |
|
|
Intocht van Wilhelmina van Pruisen
en haar kinderen in Den Haag, 1787. Inhaaling van Haare Koninglyk Hooghied en de
Vorstelijke Telgen 24 September 1787 . (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam) |
|
Wilhelmina van Pruisen en haar drie
kinderen rijden de stad binnen in een koets die getrokken wordt door een groep burgers
van Den Haag. De stoet wordt voorafgegaan door een groep militairen. Het volk staat
langs de weg en verwelkomt de vorstin. (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam) |
|
|
Bronnen: |
Prinses Wilhelmina
van Pruisen op Historici.nl |
De aanhouding
van Prinses Wilhelmina aan de Goejanverwellesluis |
Onderhoud met
Prinses Wilhelmina aan de Goejanverwellesluis |
Intocht van Wilhelmina
van Pruisen en haar kinderen in Den Haag |
Boek:
Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik |