Links: Allegorische voorstelling ter ere van het huwelijk van prinses Frederica van Oranje-Nassau en prins Karel Brunswijk-Wolfenbüttel. (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam)

Eerzuil voor hunne doorluchtige hoogheden, Carolus George Austustus, ereprins van Brunswijk Wolfenbuttel, en Frederica Louisa, Wilhelmina, Gebooren princesse van Orange en Nassau.
prentmaker: Jacob Groenendijk (vermeld op object) (Rotterdam 1762 - Rotterdam 1814)
In het midden op een voetstuk het koninklijk paar prinses Frederica Louisa Wilhelmina van Oranje-Nassau en prins Karel George August Brunswijk-Wolfenbüttel. Het voetstuk draagt een voorstelling van twee tortelduiven. Links naast het voetstuk de personificatie Liefde en een vaas met het wapenschild van Oranje-Nassau. Rechts de personificatie Hoop en een vaas met het wapenschild van Brunswijk-Wolfenbüttel. In de lucht zeven engeltjes (de Republiek) en de personificaties Faam en Eendracht met de Hoorn des Overvloeds. De prent heeft een Nederlands onderschrift met een gedicht ter ere van het huwelijk van het paar. Rondom het onderschrift ornamenten. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006)


Toespraak van de loge van Vrijmetselaars in Braunschweig/ Brunswijk, ter gelegenheid van de viering van het huwelijk van Friederike Wilhelmine Luise von Oranien Nassau met Carl George August von Braunschweig-Wolfenbüttel in Braunschweig 10-13 november 1790. U kunt de tekst als PDF-bestand downloaden door op de Duitse tekst te klikken.
Het huwelijk werd 14 oktober 1790 in Den Haag met grote luister gevierd en duurde dagen. Bij haar huwelijk kreeg Louise van de Staten-Generaal fl. 20.000 en nog eens fl.15.000 lijfrente van de Staten van Holland. Voor het grote huwelijksbal werd voor het eerst de nieuwe balzaal op het Binnenhof gebruikt (later vergaderzaal Tweede Kamer). Al hield haar echtgenoot veel van haar, voor het gevoelige meisje dat Louise was zou deze verbintenis toch een teleurstellende ervaring worden, vooral omdat er geen kinderen kwamen. Aanvankelijk was haar schoonvader ingenomen met Louise als zijn schoondochter, die met haar vriendelijke eenvoud, spontaniteit, en haar muzikaliteit nieuwe impulsen gaf aan de hoffeesten. Ook haar man de erfprins was voor haar heel attent. Maar na de eerste hoopvolle brieven van Louise aan haar ouders werden haar berichten minder opgewekt. Onder de vrouwen in wier kring zij leefde moest zij omgaan met haar schoonmoeder, een zuster van koning George III, een geboren prinses van Hannover, die een bekrompen, weinig ontwikkelde vrouw en 'een ware windhaan' was. De decadente leefwijze van haar schoonvader zelf raakte haar ook pijnlijk. Uit de bronnen is niet duidelijk waar het echtpaar woonde. Waarschijnlijk in het Residentieslot van Brunswijk. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006)
  Toespraak namens de schutterij en burgers van Braunschweig bij de aankomst van Friederike Luise Wilhelmine en Carl Georg August op 10 november 1790. U kunt de tekst als PDF-bestand downloaden door op de Duitse tekst te klikken.
Das Braunschweiger Residenzschloss, het Residentieslot van Brunswijk. Maker onbekend. (Bron: Archivverlag.de)  
   
Bronnen:    
Frederica Louise Wilhelmina op Historici.nl    
Allegorische voorstelling ter ere van het huwelijk    
Maurische Rede    
Das Braunschweiger Residenzschloss    
Braunschweigs Anrede    
Boek: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik