|
|
|
Het vertrek van Willem V naar Engeland,
18 januari 1795 van Dirk Langendijk (1775-1841) en Christoffel Meijer (1776-1813).
Centraal in beeld staat prins Willem V, terzijde gestaan door J.Betting Castelijn,
kapitein in het dorp Scheveningen. Tegenover de prins staat een gardeofficier en
een dame die afscheid van hem nemen. (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam) |
|
De jonge prinsen stonden naast hun
vader, maar hun emotie waren verschillend. Willem Frederik was kalm en leek nadenkend.
Prins Willem George Frederik was inwendig woedend en sprak met niemand. Toen de bode
uit Scheveningen kwam melden dat de prinsessen waren vertrokken zei hij: "God
zij geloofd".
Toen Stadhouder Prins Willem V (46 jaar), prins Willem Frederik (22 jaar) en Prins
Willem George Frederik (20 jaar) uit den Haag vertrokken had zich vanaf de Plaats
tot aan het Noordeinde een grote menigte verzameld. Nadat de koetsen waren voorgereden
was een stille buiging het laatste vaarwel van de vertrekkenden.
Toen de rijtuigen het strand in Scheveningen hadden bereikt, was, ondanks de felle
kou veel volk op de been. De duinen zagen zwart van de toeschouwers. Er heerste een
diepe stilte toen de prinsen met hun gevolg uit de rijtuigen stapten en een ogenblik
op het strand bleven staan. Toen de stadhouder en zijn zonen, door sterke vissers
gedragen, naar de gereedliggende pink 'Johanne Hoogenraad' werden gebracht, namen
allen op het strand hun hoed af. Het vroor hard en door het overspattende water was
het dek met een ijslaag bedekt. Rond middernacht koos de pink zee.
Diezelfde avond verschijnen de eerste Fransen in Den Haag.
De overtocht verliep voorspoedig, ook al hadden de prinsen last van zeeziekte. Na
een zeereis van veertig uren kwam de Prins van Oranje met zijn zoons op 20 januari
1795 aan in Colchester in Engeland en gingen daar aan land met een gevolg van bijna
50 personen en verbleven daar in 'The White Hart' in Colchester. En vandaar reisden
ze naar Kew Palace in London en tenslotte bood koning George III van Engeland de
Oranjes huisvesting aan in Hampton Court. Toen de Scheveningse vissers uit Engeland
terugkeerden, werden zij door de mannen van het nieuwe bewind onderhanden genomen.
Hun antwoord was laconiek: "De Prins was onze overigheid, hij wilde naar Engeland
en wij hebben hem er heen gebracht; nu zijt gij onze overigheid en wanneer gij naar
Engeland wilt, willen wij u ook brengen."(Bron tekst: Oranje in Ballingschap,
Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006 en Oranje in ballingschap,
H. Algra. Uitgave: J.H. Kok N.V., Kampen, 1948) |
|
|
Bronnen: |
Willem George Frederik van Oranje-Nassau
op Wikipedia |
Het vertrek van
Scheveningen |
Boek:
Oranje in Ballingschap, H. Algra |
Boek:
Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik |
|
|
|