|
|
|
|
Wilhelmina Frederika
Louise Paulina Charlotte, Prinses van Oranje-Nassau, (Berlijn, 1 maart 1800 - Freienwalde,
22 december 1806), was het derde kind en de oudste dochter van de latere koning Willem
I der Nederlanden en prinses Wihelmina van Pruisen. De prinses werd door haar ouders
Pautje genoemd. |
|
Pauline werd geboren in Berlijn, als derde
kind en oudste dochter van Willem van Oranje Nassau en Wilhelmina van Pruisen. Zij
werd vernoemd naar tsaar Paul van Rusland, de 'politieman van Europa'. Vanaf 1803
woonde het gezin in Fulda (Hessen), het aan haar vader toegekende vorstendom. Als
vijfjarige logeerde zij met haar oudere broers bij hun grootouders op Oraniënstein.
Bij die gelegenheid gaf ze Willem V zelfgemaakte kousenbanden voor zijn verjaardag,
waaraan zij de hele winter had gewerkt.
Paulina kon het goed vinden met haar grootouders en Willem V gaf haar de bijnaam
Polly. Het is zelfs bekend dat Willem V tijdens een chique bal met zijn kleindochtertje
door de zaal danstte. Hij was dan ook de eerste oranje die tijdens zijn leven een
kleindochter had. Paulina had vanaf haar geboorte al een zwakke gezondheid.
Na de nederlaag van het Pruisische leger in oktober 1806 sloeg het gezin op de vlucht
voor de oprukkende Fransen. Op weg naar Koningsbergen werd Pauline - die al vanaf
haar geboorte een zwakke gezondheid had - ernstig ziek. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap,
Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006 en Historici.nl)
Rechts: Portret van Pauline (Bron: Royaltyguide.nl) |
|
Links: Portret van Pauline. (Bron: Liveinternet.ru)
Het gezin kwam op 2 december 1806 aan op het koninklijk landgoed Freienwalde, gelegen
bij een kleine badplaats ten noorden van Berlijn. Vandaar schreef de prins op 9 december
1806 aan zijn moeder en Louise dat hij in afwachting was van de aan generaal Clarke,
commandant van Berlijn, aangevraagde paspoorten. Hij was blij met zijn gezin verenigd
te zijn:
'De Prinses komt een beetje bij van de vermoeienissen van de grote reis en Pauline
heeft sedert twee dagen wat last, maar dat is niets anders dan een verkoudheid; ik
vermoed dat zij in een of twee dagen geheel hersteld zal zijn.'
Op 12 december schreef hij:
'Pauline is nog niet geheel hersteld. De Franse keizer en ook zijn ministerie van
Buitenlandse Zaken hebben Berlijn verlaten en zijn, naar men zegt, in Parijs. Dat
vertrek heeft mijn hoop doen afnemen dat ik enige verlichting in het lot van mijn
Huis kan verkrijgen.'
Op 15 december schreef hij aan Louise: 'Pauline heeft ons de laatste dagen bezorgd
gemaakt. De dokter dacht aan een zenuwkoorts', de vreemde naam waarmede men in die
eeuw tyfus ofwel dysenterie aanduidde. Op 22 december 1806 moest hij berichten:
'Vanmorgen om 4.30 uur heeft de dood Pauline, dit voorwerp van onze hoop en liefde,
weggenomen. Mimi en de jongens houden zich goed maar deze nieuwe beproeving van de
Voorzienigheid rust zwaar op ons. Mijn vrouw en kinderen gaan vanmiddag naar Berlijn.
Ik heb erop aangedrongen omdat het in alle opzichten beter is voor Mimi, omwille
van de troost die haar zuster' haar daar kan geven en die haar kan verzekeren van
de hulp van de medische faculteit als haar gezondheid en die van de jongens zorg
nodig zouden hebben. Ik blijf voorlopig hier in verband met de laatste zorgen voor
Pauline.'
De lange reis in het gure najaar was voor de kleine Pauline heel inspannend geweest:
zij klaagde over maagkrampen en hoofdpijn. Mimi was voortdurend bij haar ziekbed
te vin- den, at en toe afgewisseld door freule von Goltz. Sedert 19 december bleven
de beide ouders voortdurend op de ziekenkamer. Buiten bewustzijn geraakt overleed
Pauline, zes jaar en tien maanden oud, tot groot verdriet van haar ouders en beide
broers. (Bron tekst: Oranje
in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006 en Historici.nl) |
|
Links: Portret Pauline, 1806 (Stichting
Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau, Den Haag)
Op 23 december 1806 stelde de prins van Oranje hiervan Napoleon op de hoogte. Op
advies van de arts haalde de prins Mimi, die om het verlies van haar jongste kind
in een emotionele crisis was geraakt, over om met haar zonen Willem en Frits naar
Berlijn te vertrekken. Onder begeleiding van Bentinck en Constant reed de prinses
met haar kinderen en haar gevolg, niet opgehouden door de Fransen, 's nachts naar
Berlijn en vond aldaar onderdak in het Niederlandisches Palais, dat nog maar enkele
dagen daarvoor door maarschalk Lannes was bewoond geweest. De prins van Oranje bleef
voorlopig achter in Freienwalde.
De Franse gouverneur van Berlijn, generaal Clarke, was woedend dat de prinses van
Oranje zonder paspoorten Berlijn was binnengekomen. Hij beschuldigde haar van samenspanning
met koningin Luise en gelastte haar onmiddellijk weer te vertrekken. Maar de kalme
en Frans sprekende Constant de Rebecque hield voor de zieke Prinses een warm pleidooi,
waarna Clarke erin toestemde dat zij tijdens haar ziekte in het paleis mocht blijven,
zij het streng bewaakt en zonder dat bezoek toegelaten werd. Alleen haar zuster de
keurvorstin van Hessen mocht haar bezoeken. Mimi zelf had Napoleon per brief gesmeekt
om wegens haar gezondheid met haar kinderen in Berlijn te mogen blijven. Geleidelijk
aan zou het strenge regime iets verzachten en mocht zij zich vrij in de stad bewegen.
Maar haar gezondheid zou zich nooit meer helemaal herstellen van de emoties die zij
tijdens de reizen naar Freienwalde en Berlijn had ondervonden.
Clarke zond twee officieren en enige gendarmes naar Freienwalde om de prins van Oranje
onder bewaking naar de rechteroever van de Oder te begeleiden en hem van elk contact
met zijn familie afte snijden. Toen het Franse contingent de prins in Freienwalde
aantrof, had hij zo juist de kleine Pauline begraven.
De grafsteen van Pauline werd in 1911 ontdekt door Walter Rathenau, de bekende Duitse
politicus, die het landgoed Freienwalde van de Hohenzollens had gekocht. Het bericht
daarvan werd snel aan koningin Wilhelmina doorgegeven. Om protocolair omslachtige
omstandigheden te voorkomen zond zij baron Gevers en jonkheer Van den Bosch om het
kleine stoffelijk overschot zonder enige ruchtbaarheid naar Nederland te brengen.
Het kistje werd bij de zerken van de ouders van Pauline in de grafkelder in Delft
geplaatst. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse
Leeuw, Amsterdam 2006 en Historici.nl) |
|
Bronnen: |
Wilhelmina Frederika Louise Paulina
Charlotte, Prinses van Oranje-Nassau op Wikipedia |
Pauline op Historici.nl |
Pauline van Oranje |
Portret Pauline |
Pauline op Historici.nl |
Boek:
Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|