Keulen 27 oktober 1655 - 8 maart 1656
 
Links: Sir Samuel Morland (1625-1695) by Sir Peter Lely (1618-1680), (Bron: Wikimedia.org) en rechts: Sir Richard Willis (1614-1690), door William Dobson(1611-1646). (Coll. Newark Town Hall Museum and Art Gallery,UK)
 
Twee dubbel agenten tijdens de ballingschap van Charles II waren de baronets Samuel Morland en Richard Willis, twee wiskundigen die werd opgepakt bij een samenzwering om Charles II te executeren. Na de Engelse Burger Oorlog en de terechtstelling van Charles I werd de Republiek Engeland geregeerd door Oliver Cromwell en daarna zijn zoon Richard Cromwell. Terwijl de gevechten gestopt waren, gingen intriges en samenzweringen door tussen agenten voor de Commenwealth en pro-royalistische krachten. Baronet Samuel Morland, een wiskundige en wetenschapper, die als spion en codeur werkte voor de Republiek, veranderde van trouw toen hij een complot ontdekte van zijn baas Secretaris van Staat John Thurloe, om Charles II te vermoorden. Thurloe en Richard Willis spanden samen om Charles en zijn broers James en Henry naar Sussex in Engeland te lokken en ze daar te vermoorden. Nadat hij het komplot had gehoord, terwijl Morland net deed of hij sliep in het kantoor van Cromwell, informeerde hij Charles II en begon aan het herstel van de monarchie. Ironisch genoeg was het meesterbrein achter het moordcomplot, Richard Willis, ook een wiskundige en codeur en hij was lid geweest van de Sealed Knot, een geheim genootschap van Royalisten, die tijdens de Republiek werkten aan het herstel van de monarchie. Willis, die twee keer gevangen werd gezet, veranderde van partij en begon de samenzwering tegen Charles II. In 1660 werd Charles II tot koning gekroond en Morland, Thurlow en Willis stierven een natuurlijke dood. (Bron: Focusfeatures.com)
 
Charles was tevreden over de reis naar Frankfort, die ook nuttig was geweest. De keurvorsten van Mainz en Trèves hadden hun maandelijkse bijdrage ineens betaald, maar de reis zelf was duur geweest en ze hadden weer dringend geld nodig.

Charles wilde, dat de door zijn zuster Maria, toegezegde toelage uitbetaald werd aan zijn eigen vertegenwoordiger, O'Neil, die 18 november 1655 met zijn zuster naar Holland ging. Omdat de toelage al enkele maanden werd verwacht gaf Charles het geld al uit in de vooronderstelling dat O'Neil met voldoende geld terug zou komen. O'Neil had allerlei aankoopopdrachten, die hij onmogelijk kon uitvoeren. 30 november weigerde hij de aankoop van sabels, omdat hij geen geld en geen krediet had.
In december 1655 drong tot Charles door, dat hij niet eerder dan februari 1656 geld van Maria zou ontvangen. De helft van de toelage was toegekend aan Henry waardoor er vijfhonderd gulden per maand voor Charles overbleef.

Intussen was de spion Henry Manning opgepakt. Met door hem geschreven en ontvangen brieven kon worden bewezen, dat hij bewegingen en plannen voor omverwerping van de Regering van de Royalisten in Engeland en op het vaste land van Europa had doorgegeven aan Cromwell. Woensdag 15 december 1655 werd Henry Manning in een bos van de Graaf van Neuburg door Nicholas Armorer en James Hammilton doodgeschoten.

Na verloop van tijd werd duidelijk, dat de informatie van de Royalisten niet beter geheim werd gehouden dan voor de terechtstelling van Manning was geweest. Daardoor gingen de Royalisten elkaar verdenken.
Ondanks de dood van Manning bleven anderen met het verraad doorgaan. De Engelse regering had geen gebrek aan agenten in Engeland en op het vaste land. Toen Charles in 1656 naar Vlaanderen vertrok werd hij daar omringd door een heel leger van spionnen. De ergste spion was Richard Willis, een lid van het geheime genootschap 'The Sealed Knot'. Hij had bij Cromwell afgedwongen, dat niemand door zijn spionage de doodstraf zou krijgen. Uiteindelijk werd hij verraden. Hoewel spionnen vroeger of later door de Royalisten ontdekt werden, kreeg niemand het lot van Manning.

Charles wilde weg uit Keulen en na overleg met de Spanjaarden vertrok hij woensdag 8 maart 1656 naar Vlaanderen. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott).
 
Sir Peter Lely (Soest (Duitsland), 14 september 1618 - Londen, 30 november 1680) was een Engelse kunstschilder van Nederlandse oorsprong. Hij was de populairste portretschilder in Engeland vanaf ongeveer 1640 tot aan zijn dood. Hij was ook kunstverzamelaar en bezat vooral veel tekeningen van andere kunstenaars. (Bron: Wikipedia.org)
 
William Dobson (1611-1646 was een van de eerste belangrijke portretschilders. Dobson werd geboren in London als zoon van een decoratie-schilder, die ook William Dobson heette en hij was leerling van William Peake en was waarschijnlijk werkzaam in de studio van Francis Cleyn. Hij had toegang tot de Royal Collection en copiëerde werken van Titiaan en Anthony van Dyck, de hofschilder van Koning Charles I van Engeland. (Bron: Wikipedia.org)
Bronnen:
Charles II van Engeland op Wikipedia
Sir Samuel Morland
Sir Richard Willis
Boek TheTravels of The King