Brussel en Brugge 14 maart 1656 - 15 maart 1658
 
Na de overgave van de vestingstad Saint Ghislain door het overlopen van de Ierse troepen, die in dienst van de Fransen waren, naar het leger van Charles keerde het tij. Er was weer zicht op geld van de Spanjaarden.

11 april vertrok Charles uit Brugge voor een bezoek aan Brussel. Onderweg werd hij in Gent uitgenodigd voor een lichte lunch in het klooster van Gent. Mogelijk het klooster van de Dominicanen aan de Leie)

In Aalst dineerde Charles en hij werd door een garnizoen verder geleid naar Brussel.
Charles had gesprekken met de Spaanse gezagsdragers Don Juan en Don Alonso.
Charles en zijn broers werden uitgenodigd voor een bal, waar James en Henry dansten en Charles de aanwezigen voor zich won, door zijn grote charme.

De dood van de Duitse Keizer Ferdinand III op 2 april 1657, maakte een eind aan het plezier.
Niet alleen het vermaak was voorbij, ook de hoop van Charles op financiële bijdragen van het keizerrijk werd de grond in geboord. De verkiezing van een nieuwe keizer zou de Duitse prinsen voorlopig bezighouden.

Begin januari 1657 had Don Juan zijn schema voor het oprichten van een leger goedgekeurd. Soldaten en officieren zouden respectievelijk 7 en 14 stuivers per dag krijgen met vrije huisvesting, maar zoals gebruikelijk bleven de Spaanse beloften vruchteloos.
Het leger van Charles bestond nu uit 5 regimenten, waarvan 3 Ierse genoemd Duke of York's (commandant MacCaster), Duke of Gloucester's (commandant Taafe), en Ormondo's (commandant Kolonel Grace) een Schots onder Lord Newburgh voor Middleton en Engels onder Sir William Trogmonton voor Rochester.

Begin januari ging het regiment van 700 man van Ormonde naar Damme in de buurt van Brugge, waar bleek dat de kazerne verwoest was en de burgers wilden de manschappen niet huisvesten zonder order van Don Juan. De kazernes in Hinault, Lier, Leuven en Brice le Conté, waren allen in slechte staat. Er was geen geld om brood te kopen voor de manschappen.
Voor Brugge werden huisvestingsregels opgesteld, maar de soldij voor de manschappen bleef onbetaald.
In maart begonnen manschappen weg te lopen en een onbetaalde kapitein van het regiment van Ormonde dreigde de stad te plunderen. Eind maart waren ongeveer 4000 manschappen aangemonsterd. De armoede bleef en er werd gezegd dat soldaten van Charles beter waren in bedelen dan in vechten. Charles bleef zijn best doen de positie van de Royalisten te verbeteren.

Voor de Spanjaarden werd het belangrijk om de Stuart prinsen in hun leger te hebben. Cromwell had op 23 maart 1657 een verdrag met Frankrijk gesloten en begon met een blokkade van de havensteden Grevelingen en Duinkerken met zijn vloot en 6000 Engelse soldaten over te brengen voor de belegering over land.
Van de Fransen mocht Cromwell de eerste havenplaats die hij zou innemen, houden. In mei landden de Engelse troepen in Calais elk met een nieuwe rode jas en een paar nieuwe schoenen en een soldij van 9 pence per dag. In juni voegden de Engelse soldaten zich bij Turenne. Spanje vormde nu 6 regimenten waarvan James, Henry, Ormonde, Rochester, Middleton en Bristol in naam kolonel waren.

James onderscheidde zich door zijn inzet en kundigheid van alle andere officieren. Eind september 1657 werd hij gezien als een eerlijke soldaat en een waardevolle officier, die nooit meer als een afhankelijke pauper werd beschouwd. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott).
Perspectieftekening van de kloostergebouwen van Het Pand, de Sint-Michielskerk en de rivier de Leie uit de 17e eeuw. Klooster van de Dominicanen. (Coll. Universiteitsarchief, Gent)
Bronnen:
Charles II van Engeland op Wikipedia
Perspectieftekening van de kloostergebouwen van Het Pand
Boek TheTravels of The King