Brussel 15 maart 1658 - 31 maart 1660
 
13 augustus 1659 vertrok Charles uit Brussel om vanuit Calais over te steken naar Kent in Engeland.

Na een oproep van Charles waren James en Henry onmiddellijk naar Brussel gereisd, maar toen ze daar aankwamen was Charles al naar Calais vertrokken. James ging snel op weg met enkele begeleiders en ze reden de hele nacht door, waardoor ze Charles bij St. Omer inhaalden. Charles reed verder naar Calais, terwijl James naar Boulogne ging om daar een schip te vinden waarmee hij naar Engeland kon varen. Maar hij moest in Boulogne tot nader order wachten.

In Calais hoorde Charles dat er geen algemene opstand was geweest in Engeland en dat alleen Lancashire en Chesire bewapend waren. Daarop besloot Charles in het westen van Engeland aan land te gaan en na een bezoek van James in Boulogne vertrok Charles naar Rouen.
Charles probeerde steun te krijgen van de Fransen, maar had geen succes. Evenmin als zijn jongere broer Henry bij de Spanjaarden in Vlaanderen.

Teleurgesteld vertrok Charles in de richting de Pyreneeën en was wekenlang onvindbaar voor zijn trouwe onderdanen. Uiteindelijk werd hij opsgespoord in Amiëns.
De Franse maarschalk Turenne (Henri de la Tour d'Auvergne, Vicomte de Turenne) bood aan Charles te helpen met manschappen en wapens. James zou vanuit Boulogne kunnen vetrekken, maar toen hij op het punt stond in te schepen hoorden hij het nieuws van de val van Chester in Engeland en de gevangenneming de leiders van de opstand van de Royalisten.

De teleurstelling was groot en James wilde te hulp schieten, maar Turenne adviseerde hem nadrukkelijk zijn leven niet in de waagschaal te stellen. Charles was ook niet vertrokken en verbleef nog op het continent.
James luisterde met tegenzin naar de raad van zijn voormalige commandant en ging naar Peronne. 11 september reisde James verder naar Cambrai en 13 september voegde hij zich weer bij zijn broer Henry in Brussel.

De terugkeer van de broers naar Brussel was een financiële belasting voor Charles, die geen geld had om ze te onderhouden.

In de loop van 1659 was de armoede en ellende onder de Engelse ballingen groot geworden en hongerlijden dreigde. De hopeloze toestand van de troepen van Charles was berucht.

De teleurstelling van Charles over de mislukte opstand in Engeland was minder ernstig omdat hij teruggekeerd was naar de versleten hoop om Frankrijk en Spanje te verenigen voor zijn belangen.
Deze hoop was nu binnen de grenzen van het mogelijke gekomen, door het besluit van de twee rivaliserende Kronen de oorlog te beëindigen, die al zo lang beide landen had verwoest. En op het moment dat Charles besloot niet naar Engeland te gaan werd een verdrag voorbereid tussen Kardinaal Mazarin van Frankrijk en Don Luis de Haro uit Spanje. op de Frans-Spaanse grenzen. Don Luis wilde Charles bij de totstandkoming van het verdrag hebben, maar Mazarin was tegen. Charles stuurde zijn nieuwe ambassadeur Bennet naar San Sebastian in Spanje.
Uiteindelijk werd Charles door Don Luis uitgenodigd bij de totstandkoming van het verdrag aanwezig te zijn. Don Luis stelde voor zijn eigen verblijf beschikbaar te stellen voor Charles. Toen deze niets van zich liet horen, koelde het Spaanse enthousiasme af. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott).
Charles II van onbekende schilder. (Bron: Photo.rmn.fr)
Bronnen:
Charles II van Engeland op Wikipedia
Charles II
Boek TheTravels of The King