13 augustus 1659 vertrok Charles uit Brussel
om vanuit Calais over te steken naar Kent in Engeland.
Na een oproep van Charles waren James en Henry onmiddellijk naar Brussel gereisd,
maar toen ze daar aankwamen was Charles al naar Calais vertrokken. James ging snel
op weg met enkele begeleiders en ze reden de hele nacht door, waardoor ze Charles
bij St. Omer inhaalden. Charles reed verder naar Calais, terwijl James naar Boulogne
ging om daar een schip te vinden waarmee hij naar Engeland kon varen. Maar hij moest
in Boulogne tot nader order wachten.
In Calais hoorde Charles dat er geen algemene opstand was geweest in Engeland en
dat alleen Lancashire en Chesire bewapend waren. Daarop besloot Charles in het westen
van Engeland aan land te gaan en na een bezoek van James in Boulogne vertrok Charles
naar Rouen.
Charles probeerde steun te krijgen van de Fransen, maar had geen succes. Evenmin
als zijn jongere broer Henry bij de Spanjaarden in Vlaanderen.
Teleurgesteld vertrok Charles in de richting de Pyreneeën en was wekenlang onvindbaar
voor zijn trouwe onderdanen. Uiteindelijk werd hij opsgespoord in Amiëns.
De Franse maarschalk Turenne (Henri de la Tour d'Auvergne, Vicomte de Turenne) bood
aan Charles te helpen met manschappen en wapens. James zou vanuit Boulogne kunnen
vetrekken, maar toen hij op het punt stond in te schepen hoorden hij het nieuws van
de val van Chester in Engeland en de gevangenneming de leiders van de opstand van
de Royalisten.
De teleurstelling was groot en James wilde te hulp schieten, maar Turenne adviseerde
hem nadrukkelijk zijn leven niet in de waagschaal te stellen. Charles was ook niet
vertrokken en verbleef nog op het continent.
James luisterde met tegenzin naar de raad van zijn voormalige commandant en ging
naar Peronne. 11 september reisde James verder naar Cambrai en 13 september voegde
hij zich weer bij zijn broer Henry in Brussel.
De terugkeer van de broers naar Brussel was een financiële belasting voor Charles,
die geen geld had om ze te onderhouden.
In de loop van 1659 was de armoede en ellende onder de Engelse ballingen groot geworden
en hongerlijden dreigde. De hopeloze toestand van de troepen van Charles was berucht.
De teleurstelling van Charles over de mislukte opstand in Engeland was minder ernstig
omdat hij teruggekeerd was naar de versleten hoop om Frankrijk en Spanje te verenigen
voor zijn belangen.
Deze hoop was nu binnen de grenzen van het mogelijke gekomen, door het besluit van
de twee rivaliserende Kronen de oorlog te beëindigen, die al zo lang beide landen
had verwoest. En op het moment dat Charles besloot niet naar Engeland te gaan werd
een verdrag voorbereid tussen Kardinaal Mazarin van Frankrijk en Don Luis de Haro
uit Spanje. op de Frans-Spaanse grenzen. Don Luis wilde Charles bij de totstandkoming
van het verdrag hebben, maar Mazarin was tegen. Charles stuurde zijn nieuwe ambassadeur
Bennet naar San Sebastian in Spanje.
Uiteindelijk werd Charles door Don Luis uitgenodigd bij de totstandkoming van het
verdrag aanwezig te zijn. Don Luis stelde voor zijn eigen verblijf beschikbaar te
stellen voor Charles. Toen deze niets van zich liet horen, koelde het Spaanse enthousiasme
af. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660
by Eva Scott). |