Felicitaties voor Charles waren niet minder
talrijk, dan het aanbod van verzoekschriften.
12 mei kwam kapitein Robert Holmes naar Breda met een brief van Montague met een
verslag over de voortgang in het Parlement in London en toen het nieuws algemeen
bekend werd stroomden de felicitaties van alle kanten binnen. Veel Schotse edellieden
stuurden brieven en berichten. Generaal Monk liet voorstellen brengen voor een toekomstige
regeling. Monk stelde voor dat de verkoop van verbeurd verklaarde grond zou worden
toegewezen aan soldaten en zeelieden op basis van een pacht van 99 jaar. Koningsmoordenaars,
leden van de Commissie voor Veiligheid en alle aanhangers van Lambert moesten worden
uitgezonderd van dit voorrecht. De Koning moest alle wetten die sinds 1642 waren
gemaakt onder het Grootzegel, vernietigen en alleen de wetten goedkeuren die nu door
het Parlement werden ingediend.
Tenslotte moest hij de 'Court of Ward' afschaffen en het commando van het leger voor
het leven aan Monk toewijzen en de regeling van de religies toewijzen aan een nationale
vergadering van godgeleerden.
Charles bracht zijn tevredenheid over de mededelingen tot uitdrukking door de brenger
van de boodschap tot ridder te slaan. Hij verzekerde Monk opnieuw dat hij achter
zijn 'Verklaring' stond en het zijn vurige intentie was na te komen, wat in zijn
naam was beloofd.
Charles kreeg het verschrikkelijk druk met het schrijven van brieven aan Monk in
Engeland en het beantwoorden van petities. Tussen alle zakelijke drukte door kreeg
Charles ook nog te maken met een poging om de terugkeer van de Kanselier Hyde en
Ormonde naar Engeland tegen te houden. Tegenstanders van beide medewerkers van Charles,
probeerden hen te beschuldigen van ontrouw aan Charles. Maar deze maakte duidelijk
aan Monk, dat hij niet twijfelde aan hun trouw en helemaal achter hen stond. De tegenwind
waaide over en de weg terug lag open. Maar er was geld nodig voor de laatste stappen.
Charles had al enkele maanden geen cent ontvangen en zijn schuld in Vlaanderen alleen
al werd geschat op 80.000 gulden. Maar hulp was onderweg en toen Sir John Grenville
terugkwam met het antwoord van het Lager- en Hogerhuis op de brief van Charles, bracht
hij ook een valies met geld mee. Charles was zó blij, dat hij zijn zus Maria
Henrietta en zijn broer James riep om te komen kijken naar het echte geld. De beknelling
van de armoede was voorbij en hij kon nu makkelijk geld inzamelen in London, Antwerpen
en Amsterdam met als borgstelling de stemmen van het Engelse Parlement.
Bovendien stond de Staten Generaal van de Rupubliek der Zeven Provinciën nu
klaar met aanbiedingen van gastvrijheid, schepen en geld en 18 mei kwamen afgevaardigden
van de Staten Generaal naar Breda om hen te bedanken voor de eer van zijn verblijf
daar en ze smeekten hem om Den Haag te bezoeken als hun gast.
Politieke motieven, meer dan genegenheid leidde tot het aanvaarden van de uitnodiging.
24 mei 1660 vertrok Charles met zijn broers, zuster en kleine neefje naar Den Haag.
(Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660
by Eva Scott).
Rechts: Portret van Koning Charles II toegeschreven aan Peter Lely. (coll. The Royal
Society, London)
Drie-kwart lengte zittend portret van Charles II, de eerste beschermheer van de Royal
Society.
Charles poseert bijna van opzij, zijn hoofd gedraaid in een driekwart profiel.
Zijn linkerhand, op de voorgrond, ligt op zijn heup, de rechterhand houdt een rechtopstaande
staf.
De koning draagt een wit overhemd met wijde mouwen en kanten manchetten met een
bijpassende witte kanten halsdoek.
Daar overheen een gouden herautenmantel met franjes en juwelen mantel en schouder
secties, de laatste in de vorm van een leeuwenkop. Charles draagt een blauwe fluwelen
mantel met een rode voering, bevestigd aan de linker schouder met een gouden gesp
bezet met saffieren. Op zijn linker heup is een zwaard met een stootplaat met juwelen,
het handvat en degenknop in de vorm van het hoofd van een vogel. Charles draagt een
zwarte pruik op schouder-lengte en een smalle snor. Achter hem hangt een gordijn
van bronskleurige stof en links een gecanneleerde zuil. |