Verblijf van Charles II in Den Haag, 25 mei tot 2 juni 1660
 
Koning Charles II van Engeland spreekt een kleine groep staande leden van de Staten-Generaal toe door Theodor Matham (1605-1676) naar een ontwerp van Jacob Toorenvliet (1640-1719). (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam)
Koning Karel II van Engeland spreekt een kleine groep staande leden van de Staten-Generaal toe, 1 juni 1660. Episode tijdens zijn rondreis door en vertrek uit de Nederlanden. De koning staande achter een tafel, aan de muur portretten van de stadhouders Willem I, Maurits, Frederik Hendrik en Willem II.
 
Myne Heeren, Terwijle ick hier late onder uwe handen de Princesse mijne Suster, ende den Prins van Orangien mijnen Neve, twee Persoonen, die my extraordinaris waerdt zijn. Ick bidde u mijn Heeren te willen ter herten nemen hare Intresten, en haer te doen gevoelen d'effecten uwer gunste, in de gelegentheden die de Princesse mijne Suster van u bidden sal, ofte voor haer selfs, ofte voor de Prince haren Soon: U versekerende, dat alle d'effecten van uwe goede genegenheyd t'hunwaerts, van my erkent sullen werden soo, als oft ick de selve in mijn eygen Persoon hadde Ontfangen. Was getekent, Charles R.

De voorss. sijne Majesteyts Propositie geeyndigt sijnde/ is daer op door de mont van de Heer Veth/ doen ter Vergadering presiderende/ uytte name en wegens hare He. Mo. geantwoort/ met erpressien van erkentenis en van vreugde/ en voorts so als geoordeelt wiert op de selve Propositie best te quadreren:

En haer mede is zijn Majesteyt uyt die Vergader-plaets ghekeert/ en door hare Ho.Mo. en corps weder geleydt door de selve wech tot beneden aen de trappen van de voorss. groote Sale van 't Hof alhier/ en aldaer vande selve affscheyt nemende/ is sijn Majesteyt ontmoet voor de Vergaderinge van de Staten van Hollant/ &c./ als voorgenomen hebbende hare Ed. Mo. mede de contra-visite te geven.

Dan hier wende sich den Koning na 't Logement van de Princesse Royal, nemende van de sleve/ zijne Moeye de Coninginne van Bohemen/ en de Princessse Douagiere/ en alle aensienlicke Personnen en Collegien sijn af schept Savonts vereerden Prins Willem Stadholder van Vrieslant 12. seer schone Vriesse Paerden aen zijn Maj: die de selve terstont na Rotterdam sont/ ongeembarqueert te worden: En stelde voorts alles gereedt om den naesten Morgen na Zee te vertrecken. Den Hertoge van Jork was oock desen dag geweest in qualiteyt als Admirael van Engelant/ op de Vloot van 't Parlament/ afnemende den Eed van de Admirael Montague/ en d'andere Capiteynen voor de Coning: Alsoo de selfde noch op den ouden Eed van de Republijck waren gebleven.

 
(Bron: HOLLANDTSE MERCURIUS, 1660)
  Mijne Heren, terwijl ik hier in uw handen achterlaat de Prinses, mijn Zuster, en de Prins van Oranje, mijn neef, twee Personen, die mij buitengewoon veel waard zijn. Ik vraag u mijne Heren haar belangen ter harte te willen nemen en haar de resultaten van uw gunsten te laten voelen. Bij de gelegenheden die de prinses, mijn Zuster, van u zal vragen, owel voor haarzelf ofwel voor de Prins, haar zoon. Ik verzeker U dat alle resultaten van uw goede genegenheid naar hun toe, door mij ervaren zullen worden alsof ik hetzelfde in eigen Persoon had Ontvangen. Was getekent, Charles R.

Nadat de Toepraak van zijne Majesteit was geëindigd, is door de mond van de heer Veth, die toen de vergadering presideerde, uit naam van en wegens hare Hoog Mogendheden geantwoord. Met uitdrukking van erkentelijkheid en van vreugde en ook zoals geoordeeld werd met de toepraak in te stemmen.

En daarna is zijne Majesteit uit de Vergaderplaats vertrokken en door hare Hoog Mogendheden en corps weer
dezelfde weg geleid tot aan beneden aan de trappen van
de grote Zaal van het (binnen) Hof. Daar nam hij afscheid Staten Generaal en is zijne Majesteit ontvangen door de Staten van Holland, zoals hij had voorgenomen de Edele Mogendheden een tegenbezoek te brengen.

Daarna ging de Koning naar het verblijf van de Prinses Royal, en nam van haar en van zijn tante Koningin van Bohemen (Elisabeth Stuart) en de Prinses Douarière (Amalia van Solms) en alle belangrijke Personen en Bestuurders afscheid. s'Avonds vereerde Prins Willem Stadhouder van Friesland 12 zeer mooie Friese Paarden aan zijne Majesteit. Die de paarden onmiddellijk naar Rotterdam stuurde om ingescheept te worden. En hij zette alles klaar om de volgende morgen naar zee te vertrekken. De Hertog van York was deze dag op de vloot van het Parlement geweest in zijn functie van Admiraal van Engeland en hij had de eed van Admiraal Montague en andere Kapiteins voor de Koning afgenomen, omdat ze nog onder de oude Eed van de Republiek voeren.

(Bron tekst: HOLLANDTSE MERCURIUS, 1660)
Bronnen:
Charles II van Engeland op Wikipedia
Koning Charles II van Engeland spreekt de Staten-Generaal toe
HOLLANDTSE MERCURIUS, 1660