Herdenking van 25 jaar onafhankelijkheid in 1838
Gedenkplaat ter gelegenheid van het 25-jarig jarig regeringsjubileum van koning Willem I. De koning is en trois quart afgebeeld in uniform, waarover hij een hermelijnen mantel draagt. De mantel heeft een sluiting in de vorm van een broche. Op zijn linker borst prijkt een onderscheiding. Boven het portret van de vorst hangt een schild met de tekst: 25 jarige regering van Z.M. koning der Nederlanden. Onder het portret van de koning staat het gekroonde wapen met de Nederlandse leeuw, opgehouden door twee gekroonde leeuwen. Ter weerszijden van het portret van de koning zijn in medaillons afbeeldingen van belangrijke gebeurtenissen weergegeven in volgorde van tijd: 1813 Aankomst te Scheveningen, 1814 Aanneming der Grondwet te Amsterdam, 1815 Huldiging te Brussel, en Waterloo, 1816 Algiers, 1821 Palembang, 1831 10-daagse Veldtocht en 1838 Invoering der Nederlandse wetboeken.
 
De herdenking in Scheveningen op 30 november 1838
 
De leiding van het feest was toen in handen van P. Varkevisser en D. Hoogenraad, leden van den stedelijken Raad, en van F. J. Behr, commissaris en C. Varkevisser, oud-commissaris van politie.
In den loop van den morgen vereenigden zich de voornaamste ingezetenen in het zoogenaamde Reedershuis en begaven zich daarna in statigen optocht naar het onvergetelijke plekje gronds, alwaar een versierde mast was geplant, door een "rei van maagden" strandwaarts gebracht.
Er bevond zich daarbij ook een spreekgestoelte, vanwaar onderscheidene voordrachten in proza en poezie werden gehouden, toepasselyk op de gebeurtenissen van 1813.
De verschillende sprekers waren P. Varkevisser, Ds. Booiman, de proponent IIcken, J. Hoogenraad, 1e luitenant der schutterij en M. Baak; deze laatste was de eenige overgebleven matroos van de bemanning, die in 1795 de Prinsessen naar Engeland overbracht.
Hij droeg de volgende dichtregelen voor:

Aandoenlijk oogenblik! o nooit vergeetbaar strand
Waar Vader Willem eens verheugd is aangeland;
Neen, geen ondankbaar hart klopt binnen onze kringen;
Wij denken aan het blij gejuich, o edele feestelingen!
En 't lieflijk welkomstlied, voor vijf en twintig jaar,
Gewijd aan onzen Vorst door heel de burgerschaar.

De zee, het strand en 't duin moog' van ons heil getuigen,
Als 't hart h i e r dankbaar klopt, de knieën elders buigen,
Wij roepen 't nageslacht hier toe, vol zielevree:

Gedenk wat is gebeurd aan d'oever van de zee!


Vervolgens trok de stoet weer in dezelfde orde naar de pastorie in de Keizerstraat, waar de Prins in 1813 na zijn aankomst een korten tijd vertoefde. Voor dat huis staande, hield Ds. Meulemans een toespraak.
Des middags was er een gastmaal bij Logher in het Hof van Holland en des avonds waren het geheele dorp en ook al de aan het strand liggende visscherspinken verlicht. Hier en daar werden ook teertonnen gebrand.
 
Bronnen:
Haags Gemeentearchief
Geschiedenis van Scheveningen. Herdenking 1838