|
|
|
Jan Brueghel de
Oude (1568 - 1625) Dorpsbruiloft, 1623 |
In 1623 kreeg Jan Brueghel de opdracht van aartshertogin
Isabella van Spanje dit schilderij van een boerenbruiloft te schilderen en een andere
schilderij over de viering van een plattelandsfeest voor de aartshertog Albert van
Oostenrijk en Isabella. Aartshertog was in 1621 overleden.
Brueghel schilderde zichzelf in het plattelandsfeest en zijn vrouw met kinderen in
deze dorpsbruiloft. Catharina zit op een kruk op de voorgrond, rechts van het midden.
Op haar schoot zit een baby, dat Clara-Eugenia of de 3-jarige Anna zou kunnen zijn,
die in 1623 werd geboren. In dat laatste geval zou de min bij de boom bij de familie
Brueghel kunnen horen en Clara-Eugenia zogen. De jongen, die naar zijn moeder kijkt,
zou de toen 6-garige Ambrosius kunnen zijn. Het meisje kan de 12-jarige Maria zijn.
Achter Catherina staat een dienstmeisje en op de voorgrond ligt een zwart-witte hond,
die ook te zien is op het schilderij over het plattelandsfeest. Het lijkt erop, dat
Jan Brueghel de Oude op de twee schilderijen zijn vrouw, zichzelf en alle kinderen
heeft geschilderd. Het familieportret van de Brueghels is in 1614 door Paul Rubens
geschilderd, met daarop Jan Brueghel, Catherina, Pieter en Elizabeth.
Naast de familie Brueghel staat een man met een witte jas en een pofbroek aan. Daarnaast
staat een grote hazewindhond. Dit moet een hoge edelman zijn, met rechts naast hem
een beschermer. Mogelijk heeft Brueghel de overleden aartshertog Albert met de rug
naar de kijker geschilderd.
Een aantal gasten is met de huifkar naar de bruiloft gekomen. Rechts bij de herberg
staan op de achtergrond twee huifkarren geparkeerd. Het bier en eten wordt over een
houten bruggetje van de herberg naar de gasten gebracht. De gasten dansen op de muziek
van een viool en een doedelzak. Voor de tafel met de rode doek staat een rij gasten
met cadeautjes te wachten.
Brueghel heeft de dorpsbruiloft waarschijnlijk in de buurt van Brussel geschilderd.
De kerk, die hij schilderde lijkt in de verte op de Heilig Kruiskerk in Elsene. |
|
|
In |
|
Jan Brueghel was de zoon van Pieter
Brueghel de Oude en vader van Jan Brueghel de Jonge. Ook was hij de broer van Pieter
Brueghel de Jonge, de oom van Jan van Kessel en de schoonvader van David Teniers
de Jonge. Zijn vader stierf een jaar na zijn geboorte. Hij kreeg zijn opleiding van
zijn grootmoeder, die miniatuurschilderes was, en van Pieter Goetkindt. In 1589 trok
hij naar Italië, waar hij in Napels, Rome en Milaan werkzaam was. In Rome raakte
hij bevriend met Paul Bril. De twee schilders werkten samen en oefenden een sterke
wederzijdse invloed op elkaar uit. Een andere samenwerking was die met Johann Rottenhammer,
die hem bekend maakte met de kunst in Venetië.
Terug in Antwerpen keerde hij terug naar het type panoramische vergezichten omzoomd
door coulisseachtige bergen zoals dat in Vlaanderen traditie was (vergelijk de werken
van Joos de Momper). Ook het traditionele driekleurenschema (bruine voorgrond, groen
middenplan, blauw verschiet) en de hoge horizon zijn onverminderd aanwezig. Weer
wat later, rond 1605, krijgt het dorpsgezicht met lage horizon zijn voorkeur. Ten
slotte, rond 1610, schilderde hij meer open landschappen met een realistischer inslag
die aan het Brabantse landschap herinneren. Ze zijn veelal gestoffeerd met reizigers
in huifkarren of boeren. |
|
Bronnen: |
Jan Brueghel de Oude op Wikipedia |
Dorpsbruiloft, 1623 |
Familieportret Brueghel door Peter Paul
Rubens |
|
|
|