|
|
|
Jan Brueghel de
Oude (1568 - 1625) Landschap met jacht op de roerdomp, 1605 |
De voerman van de huifkar, die op het witte paard
met zadel zat, houdt het paard van de jager vast. De jager zit tussen het rieten
legt aan. Vaag is tussen het riet aan de overkant van de beek, een roerdomp te zien.
De reizigers in de huifkar kijken gespannen toe. Een tweede huifkar rijdt over de
heuvelrand in de richting van de stad in de verte. De dreigende donkere lucht voorspelt
regen. Naast de huifkar op de voorgrond loopt een man met een zak op zijn rug en
voor hem een vrouw met een mand op haar hoofd en daarachter staat de boerenkar die
ook steeds terugkomt op schilderijen van Brueghel. Rechts op de voorgrond liggen
beenderen en schedels van paarden. Een thema dat ook vaak terugkomt op zijn schilderijen. |
|
|
Jan Brueghel de
Oude (1568 - 1625) Landschap met reizigers en boer met ploeg. |
Het lijkt erop, dat Brueghel in dit
landschap bergen in de verte aan de compositie heeft toegevoegd. Voor de rest lijkt
de opbouw veel op dat van het eerste schilderij. Bijzonder op de voorgrond in het
midden is de boer met een ploeg met twee paarden ervoor. De paarden trekken de ploeg
naar huis. |
|
Jan Brueghel was de zoon van Pieter
Brueghel de Oude en vader van Jan Brueghel de Jonge. Ook was hij de broer van Pieter
Brueghel de Jonge, de oom van Jan van Kessel en de schoonvader van David Teniers
de Jonge. Zijn vader stierf een jaar na zijn geboorte. Hij kreeg zijn opleiding van
zijn grootmoeder, die miniatuurschilderes was, en van Pieter Goetkindt. In 1589 trok
hij naar Italië, waar hij in Napels, Rome en Milaan werkzaam was. In Rome raakte
hij bevriend met Paul Bril. De twee schilders werkten samen en oefenden een sterke
wederzijdse invloed op elkaar uit. Een andere samenwerking was die met Johann Rottenhammer,
die hem bekend maakte met de kunst in Venetië.
Terug in Antwerpen keerde hij terug naar het type panoramische vergezichten omzoomd
door coulisseachtige bergen zoals dat in Vlaanderen traditie was (vergelijk de werken
van Joos de Momper). Ook het traditionele driekleurenschema (bruine voorgrond, groen
middenplan, blauw verschiet) en de hoge horizon zijn onverminderd aanwezig. Weer
wat later, rond 1605, krijgt het dorpsgezicht met lage horizon zijn voorkeur. Ten
slotte, rond 1610, schilderde hij meer open landschappen met een realistischer inslag
die aan het Brabantse landschap herinneren. Ze zijn veelal gestoffeerd met reizigers
in huifkarren of boeren. |
|
Bronnen: |
Jan Brueghel de Oude op Wikipedia |
Staatliche Kunstsammlungen
Dresden |
Landweg in bos |
|
|
|