|
Jan Brueghel de
Oude (1568 - 1625) Landweg door het bos. |
Rond 1600 was reizen moeilijk en
moeizaam. De voerlieden zaten op een van de trekpaarden. Hobbelen op een paard was
aangenamer dan door elkaar geschud worden op de bok van de kar. Vaak werden stukken
landweg bijna onbegaanbaar en zocht de voerman een meer begaanbare weg. De voerman
van de boerenkar in het midden van het beeld neemt de doorsteek rechts, die wat hoger
ligt dan de weg links. De kleine boeren moesten lopen. Rechts rusten een boer en
twee boerinnen uit. Ze gaan waarschijnlijk naar de markt. De oude man links heeft
een zak op de rug, terwijl de vrouw een mand met een kip aan de arm draagt. Voor
de zittende vrouw staat een kruik en ze heeft een mand op haar schoot. |
|
|
Jan Brueghel de Oude maakte twee
schilderijen, die op enkele details na identiek zijn. Het landschap links hangt in
het Prado Museum in Madrid en de weg door het bos rechts, hangt in het Metropolitan
Museum of Art in New York. Op dit laatsche schilderij loopt achter de boerenkar in
het midden, een man met twee varkens. Bij de man met de stok zit nu een klein wit
hondje met een bruin kopje. Rechts in de verte, bij de 3 personen, loopt op dit schilderij
een net zo'n hondje en heel vaag komt in de verte een met een grijze ezel aan. Dat
zijn de enige verschillen van deze twee schilderijen. |
|
|
Jan Brueghel de
Oude (1568 - 1625) Bosweg met reizigers, ca 1607 |
Blijkbaar waren bepaalde schilderijen
van Jan Brueghel zo populair, dat hij bina fotografische kopiën maakte van de
compositie en die aanvulde met enkele nieuwe details. |
|
|
Het landschap van de bosrand gebruikte
Brueghel ook nog voor het in beeld brengen van een overval door soldaten. Dit landschap
is van Brueghel en de figuren zijn geschilderd door Sebastiaen Vrancx. |
|
Jan Brueghel was de zoon van Pieter
Brueghel de Oude en vader van Jan Brueghel de Jonge. Ook was hij de broer van Pieter
Brueghel de Jonge, de oom van Jan van Kessel en de schoonvader van David Teniers
de Jonge. Zijn vader stierf een jaar na zijn geboorte. Hij kreeg zijn opleiding van
zijn grootmoeder, die miniatuurschilderes was, en van Pieter Goetkindt. In 1589 trok
hij naar Italië, waar hij in Napels, Rome en Milaan werkzaam was. In Rome raakte
hij bevriend met Paul Bril. De twee schilders werkten samen en oefenden een sterke
wederzijdse invloed op elkaar uit. Een andere samenwerking was die met Johann Rottenhammer,
die hem bekend maakte met de kunst in Venetië.
Terug in Antwerpen keerde hij terug naar het type panoramische vergezichten omzoomd
door coulisseachtige bergen zoals dat in Vlaanderen traditie was (vergelijk de werken
van Joos de Momper). Ook het traditionele driekleurenschema (bruine voorgrond, groen
middenplan, blauw verschiet) en de hoge horizon zijn onverminderd aanwezig. Weer
wat later, rond 1605, krijgt het dorpsgezicht met lage horizon zijn voorkeur. Ten
slotte, rond 1610, schilderde hij meer open landschappen met een realistischer inslag
die aan het Brabantse landschap herinneren. Ze zijn veelal gestoffeerd met reizigers
in huifkarren of boeren. |
|
Bronnen: |
Jan Brueghel de Oude op Wikipedia |
Weg door het bos |
Bosweg met reizigers |
Reizigers door soldaten overvallen |