Terug naar Startpagina
Scheveningen
Scheveningen toen en nu
400 jaar Strandschilders
op Scheveningen
1600-1700
1700-1800
1800-1900 A t/m L
1800-1900 M t/m Z
1900-2000 A t/m L
1900-2000 M t/m Z
2000-heden
Muurschilderingen
Scheveningen op keramiek 1
Scheveningen op keramiek 2
Herdenkingspenningen
Panorama's Scheveningen
Huifkarren op Scheveningen
Zeeslagen bij Scheveningen
Het kanon van Scheveningen
Waarzegster op Scheveningen
Vertrek en aankomst Oranjes en Stuarts op Scheveningen
Vertrek Willem II, 1641
Vertrek Henrietta Maria, 1643
Vertrek Charles II, 1660
Aankomst Willem III, 1691
1642-1660
De Stuarts in Ballingschap
 
200 jaar Koninkrijk
De Franse Invasie
Vlucht 18 januari 1795
Vlucht Prinses
Vlucht Prins Willem V
Pink 'Johanna Hoogenraad'
1795-1813
Oranje in ballingschap
Terugkeer Oranje in 1813
30 november 1813
Herdenking in 1838
Herdenking in 1863
De Naald, 1865
Monument in 1869
Herdenking in 1888
Herdenking in 1913
Herdenking in 1938
Herdenking in 1963
Herdenking in 1988
Herdenking in 2013
 
Algemeen
Boeken over Scheveningen
Links
Over de Website
Contact
   

Het kanon van Scheveningen
 
Woensdagmiddag 28 juli 2010 heeft een werknemer van de aannemer, onderaan het talud van de klinkerhelling van de Zeekant, ter hoogte van het Boulevard Hotel, een gietijzeren kanon gevonden.
Dit kanon is ongeveer 200 jaar in het zand bewaard gebleven. Het kanon, een zesponder, beschermde 2 eeuwen geleden de Scheveningse seinpost, een hoofdpost in de Franse verdedigingslinie langs de gehele Nederlandse kust. De seinpost werd in 1799 gebouwd op een duin aan de noordkant van het dorp, dat sinds die tijd het Seinpostduin wordt genoemd.
 
Op 30 november 2011 onthulde wethouder Rabin Baldewsingh op het Seinpostduin het gerestaureerde 17de eeuwse kanon dat vorige zomer tijdens werkzaamheden aan de Schveningse Boulevard is gevonden. Deze datum is gekozen omdat het op deze dag 198 jaar geleden is dat koning Willem I in Scheveningen aan land kwam en Nederland een koninrijk werd.
Het oude kanon kwam tevoorschijn tijdens graafwerk bij de aanleg van de nieuwe boulevard. Hierna heeft de projectorganisatie Nieuwe Boulevard Scheveningen de vondst laten conserveren en restaureren. De gemeente Den Haag heeft een houten onderstel laten maken voor het kanon, een 'rolpaard' dat is nagemaakt op basis van originele voorbeelden.
Het kanon blijkt van een bijzonder goede kwaliteit ijzer. Dit wijst erop dat het waarschijnlijk
in Zweden is gemaakt, waar destijds de beste ijzeren kanonnen vandaan kwamen. De datering is onder meer gebaseerd op de wijd uitlopende vorm van de loop. Het kanon heeft mogelijk gestaan op het Seinpostduin als kustverdediging.
 
Maar al eerder werden kanonnen gebruikt. In 1793 verklaart Frankrijk ons land de oorlog en de Nederlandse regering vordert voor de verdediging, vissersschepen. 25 Scheveningse pinken worden omgebouwd tot oorlogsschepen om tegen de Fransen te worden ingezet. De pinken werden bewapend met 4- en 12-ponders kanonnen en gestationneerd op de Maas en andere rivieren.
In 1794 werd een mogelijke landing van de Franse schepen op de kust van Scheveningen verwacht. Om de autoriteiten tijdig te kunnen waarschuwen werd aan 's Lands magazijnen te Delft de order gestuurd voor: twee stukken ijzer geschut à 12 bals met de nodigen affuijten, laadgereedschappen, patroonen, vuurpijlen en piktonnen te zenden en voorts daarbij te voegen 24 cogels.
 
Het gevonden kanon lijkt in de verte op het kanon op affuit, dat door de Saluutbatterij Atkins wordt gebruikt bij demonstraties.

Bron:
Saluutbatterij Atkins
Artillerie door de jaren heen
 
Reeds in 1794 was met het oog op een mogelijke landing van Fransche schepen op onze kust, door Willem V aan de Staten van Holland een memorie gezonden over de wenschelijkheid tot het nemen van bijzondere maatregelen om van de nadering van den vijand op de hoogte te zijn.

De Staten zagen de noodzakelijkheid daarvan in en belastten de Gecommitteerde Raden met het nemen van die voorzorgen.

De Schout van Scheveningen ontving toen, evenals zijne collega's langs de kust het volgende schrijven:

De nog aanhoudende omstandigheden vorderende dat de nodige voorzorgen langs de stranden deezer Provincie worden gebruikt tot het voorkoomen van alle vyandelijkheeden, die tegen de goede Ingezeetenen deezer landen zoude mogen worden ondernomen, is het op het voorstel van Zijne Hoogheid den Heere Prince Erfstadhouder, dat wij hebben goedgevonden U. L. bij deezen aan te schrijven en te gelasten op een plaats door U. L. daartoe dienstig gevonden wordende, door bekwaamen nugteren persoenen, tot Onze nadere ordrea wagt te doen houden en voorts te bezorgen, dat door dezelven, met adsistentie van eenige Artilleristen, daartoe te detacheeren bij on- verhoopt geval van attacque, mogen worden geobserveerd en gedaan de seinen, welken ten dien eijnden hier nevens aan U. L. worden toegezonden.

Wij hebben aan den Commis van 's Lands magazijnen te Delft, mr. G. Onderdewyngaert ordre gezonden, aan U. L. hiertoe twee stukken ijzer geschut a 12 bals met de nodigen affuijten, laadgereed- schappen, patroonen, vuurpijlen en piktonnen te zenden, en voorts daarbij te voegen 24 cogels ten eijnden bij molest van klijn vijandelijk vaartuig, daartegen met het gem. geschut te kunnen ageeren.

En hebben wij wijders noodig geoordeelt U. L. tot voorkoming van de nadeelige gevolgen die uit onweetendheid der ordres door Zijne Hoogheid aan 's Lands scheepen gezonden, zoude kunnen resulteeren, bij deezen nog te moeten onderrigten, dat alle zoodanigen scheepen, op onze kusten ten anker komende of in de respectieve zeegaten bin- nen vallende, van derselver Top een Blaauwe vlag zullen laaten waaijen; vervolgens schieten een schot, en een half uur daarna nog een schot. Een kwartier naa dit schot zullen dezelve de Blaauwe vlag nederhalen en in plaats van dezelve een Prinsevlag heissen van den top, met het doen van nog een schot, en dan, na verloop van een quartier derzelver gewoonen vlag vertoonen.

Dat wij begeeren, dat van deeze informatie met die omzigtigheid en secretesse welke den aart der zaak vereijsschen, door U. L. gebruik zal worden gemaakt en zorge gedragen dat dezelve niet zonder de vereyschte precautie tot geheimhouding aan anderen daarbij ge- concerneerd zijnde, worde meedegedeelt.

Het voorschrift voor de seinen luidde aldus :

Indien bij dag vijandelijke vaartuigen voor de wal mogten worden ontdekt, zullen twee schooten moeten worden gedaan, met een verloop van 15 minuten of een quartier, en des nagts een schot, waarna één Pikton op het Strand zal moeten worden aangestooken.

Des nagts ontdekt wordende, dat de Vyand zoude willen landen, zal men drie schooten doen en drie Piktonnen ontsteeken; agt geevende, dezelve op een goede distantie van elkander zodanig zee- waarts te plaatsen, dat ze van de naastbij gelegen Seinplaats duide- lijk uiteen kunnen worden gezien.

Het voorsz. onraad dus op een plaats vernomen zijnde, moet het aan de volgende plaatsen, door het doen van Canonschooten en het laten opgaan van Vuurpijlen worden overgebracht, op de volgende wijzen:

Bij Dag: 3 schooten met een half quartier tijd tusschen beide; een half uur na het laatste schot l schot, een quartier laten verloopen en dan 4 schooten, ieder een half quartier na elkander.

Bij Nagt: 3 schooten, als bij dag, 4 vuurpijlen; een half uur na het laatste schot l schot, als bij dag, 2 vuurpijlen een quartier na dit schot, 4 schooten, elk een half quartier agter den andere.

Na het vertrek van den Prins bleef het seinen te Scheveningen in gebruik en geen wonder, want Scheveningen was in die dagen niet minder dan nu voor een vijand een belangrijk punt van de kust.

Dat seinen geschiedde evenwel toen op andere wijze. Pansier liet op den omgang van de Vuurbaak een stang aanbrengen, waaraan verschillende vlaggen konden bevestigd worden. Twee vertrouwde personen, Joannes Maartensz van den Doorn en Joannes Schuurman Jr., beiden leden van de Vaderlandsche Societeyt werden als seinwachters aangesteld op een salaris van Fl. 3,50 per week, dat al spoedig, in Mei, op voorspraak van Pansier, door het Committee van Militaire Zaaken van Holland op Fl. 5.- gebracht werd.

Bron: Geschiedenis van Scheveningen, J.C. Vermaas, 1926
 
In Januari 1795 werd de Bataafse Republiek (begin van de Franse overheersing) uitgeroepen en moesten we rekening houden met een Engelse aanval. De inrichting van Seinposten werd met spoed ter hand genomen. De besturen van de kustdorpen moesten voor de inrichting van de posten zorgen. De aanstelling van twee seinwachters per post was voor de dorpen. Naar Frans voorbeeld werd een seinmast of seinstang bij de posten geplaatst. In de mast werden vlaggen of, voor het geven van nachtseinen, pektonnen gehesen. Het was daardoor mogelijk op zeer beperkte schaal seinen uit te wisselen tussen de posten.

Later is ook dat vlaggen-systeem verlaten, in 1799 kreeg men de "Têllégraaf of Ceynpaal", welke geplaatst was op het hoogste duin, dat aan het strand, in de onmiddellijke nabijheid van Scheveningen te vinden was, en dat daardoor den naam heeft gekregen van "Seinpostduin" of "De Seinpost."

Met behulp van die seininrichting konden langs de kust, tot in Frankrijk zelfs, berichten aangaande het schepenverkeer op zee, worden overgebracht.
 
 
Het kanon ligt niet meer op het werkterrein.
De gemeente bekijkt of de kanonsloop opgeknapt kan worden en een mooie nieuwe plek kan krijgen op Scheveningen. Zie boven.
 
Op 30 november 2011 onthulde wethouder Rabin Baldewsingh op het Seinpostduin het gerestaureerde 17de eeuwse kanon dat vorige zomer tijdens werkzaamheden aan de Schveningse Boulevard is gevonden. Deze datum is gekozen omdat het op deze dag 198 jaar geleden is dat koning Willem I in Scheveningen aan land kwam en Nederland een koninrijk werd.
Het oude kanon kwam tevoorschijn tijdens graafwerk bij de aanleg van de nieuwe boulevard. Hierna heeft de projectorganisatie Nieuwe Boulevard Scheveningen de vondst laten conserveren en restaureren. De gemeente Den Haag heeft een houten onderstel laten maken voor het kanon, een 'rolpaard' dat is nagemaakt op basis van originele voorbeelden.
Het kanon blijkt van een bijzonder goede kwaliteit ijzer. Dit wijst erop dat het waarschijnlijk
in Zweden is gemaakt, waar destijds de beste ijzeren kanonnen vandaan kwamen. De datering is onder meer gebaseerd op de wijd uitlopende vorm van de loop. Het kanon heeft mogelijk gestaan op het Seinpostduin als kustverdediging.
 
Stamt het kanon misschien toch uit 1672
Toen er in het rampjaar 1672 voor de zeedorpen weer gevaar dreigde, zonden de Scheveningers een adres aan de Staten van Holland verzoekende "twee douzijn Musquetten ende genoeghsaem Loot ende Kruijt mitsgaders drie stucken Kanon." Het volgende jaar op den 31en Juli, vertoonden de Engelsche en Fransche vloten zich voor de Maas en seinden om loodsen en de Graaf van Waldeck ijlde met een legermacht naar den Briel om de landing te beletten. Drie dagen later zag men den vijand in linie uitgespreid liggen van den Hoek van Holland tot Katwijk.

Den 2den Augustus (1673) des avonds te elf uur waren de Staten van Holland in buitengewone vergadering bijeen. De Raadpensionaris deelde toen mede, dat volgens rapport van de Gecommitteerde Raden de vloten beproefden met zeer kleine vaartuigen te landen. Besloten werd Burgemeester en Regeerders van 's-Gravenhage te bevelen onmiddellijk de burgerij onder de wapenen te doen komen en naar Scheveningen te laten marcheeren om aldaar door Gecommitteerde Raden "ten meesten dienste van den Lande ende afbreuk der Vijanden geëmploijeert te worden." Burgemeesteren van Delft en Rotterdam moesten evenzoo een "goedt" aantal burgeren naar Scheveningen dirigeeren. Twee compagnieën ruiters die zich te Haastrecht ophielden, trokken zoo spoedig mogelijk naar Scheveningen. Het stelsel van "vuijr-teekenen" werd weder in practijk gebracht. Een postdienst met ruiters werd georganiseerd om van Scheveningen naar den Helder brieven en "advertentiën" over te brengen. Werkelijk beproefde den volgenden dag een Engelsche kits, een licht driemastschip, Scheveningen te beschieten.

Maar het was niet opgewassen tegen het vuur van de kanonnen, die in de duinen geplant waren; het duurde niet lang of het zonk in de diepte.

Bron: Geschiedenis van Scheveningen, J.C. Vermaas, 1926
 
Of is het kanon achtergebleven bij de beschieting van Spaanse schepen vanaf het Scheveningse strand, tijdens de 80-jarige oorlog in 1634.
Willem van Diest schilderde een verslag van de strijd met een kanon dat wordt afgevuurd.
 
1572 Zwaar geschut op de 'dijck' van Scheveningen
Van augustus 1569 tot en met april 1572 plunderden de Watergeuzen een groot aantal dorpen langs de kust, waaronder Katwijk en Noordwijk in 1571. Scheveningen was nog niet aangevallen. maar de Scheveningers waren bang voor plundering. 5 februari 1572 werd op Scheveningen een vaste 'buurwacht' van 8 of 12 personen ingesteld, die de bewoners dag en nacht moest bewaken tegen aanvallen van
de Watergeuzen. Op de 'dijck' van Scheveningen werd zwaar geschut opgesteld. Is het gevonden kanon misschien ruim 400 jaar oud?
Bron: Kroniek van Scheveningen, Museum Scheveningen
Veldslagen en gevechten. Landgangen en plunderingen van de watergeuzen
 
Bronnen:
Het Scheepvaartmuseum
Beeldarchief van 41e Afdeling Veldartillerie
Legermuseum in Delft
Kroniek van Scheveningen,Nel Noordervliet-Jol. Historische reeks no. 4. Museum Scheveningen
Het Nederlands Artilleriemuseum
De Seinpost in Callantsoog
Saluutbatterij Atkins
Artillerie door de jaren heen
Geschiedenis van Scheveningen, J.C. Vermaas: Hoofdstuk XXIII. Gevaren waaraan de Scheveningers blootstonden
Willem van Diest Wiki Gallery
Willem van Diest
De Geschiedenis van Den Haag De eerste jaren van de Opstand: 1566-1584 AD
De Tachtigjarige Oorlog
 
Foto's: Gemeentearchief Den Haag, de Seinpost in Callantsoog, Saluutbatterij Atkins

De data bij de foto's en in de tekst zijn in het algemeen verzameld aan de hand informatie bij foto's in het Gemeente Archief en voor zover deze verder te vinden zijn op internet.