De zeeslag tussen de Nederlandse
vloot onder leiding van Admiraal Tromp tegen het Englse Vloot onder leiding van Admiraal
Black voor Schevelingen op 10 augustus 1653. Op 10 augustus barstte het gevecht in
volle hevigheid los, vlak voor de kust van Ter Heijde nabij Scheveningen. Honderden
toeschouwers op het strand zagen de twee vloten elkaar enige malen passeren tijdens
een hevig liniegevecht, waarbij beide zijden zware schade opliepen. De grootste tegenslag
voor de Nederlanders vormde het sneuvelen van admiraal Tromp, die al bij de aanvang
van het gevecht door een musketkogel dodelijk werd getroffen. De dood van de Nederlandse
bevelhebber werd voor vriend en vijand echter geheim gehouden; de kapitein van het
vlaggenschip, Egbert Meussen Kortenaer (1604-1665), bleef de admiraalswimpel voeren.
Tactisch gezien was de Zeeslag bij Ter Heijde een Engels succes. De Nederlandse vloot
verliet als eerste het strijdtoneel en verloor met Tromp een man die gedurende twee
decennia met succes zijn stempel op het Nederlandse zeewezen had gedrukt. Maar met
het vertrek van de Engelse vloot was het doel van de Nederlanders, het doorbreken
van de Britse blokkade, bereikt en al snel na de zeeslag kwam de overzeese handel
weer op gang. (Coll. Beeldbank Haags Gemeentearchief). |