Schilders van
het strand van Scheveningen in de 18e Eeuw (1700-1800) |
De teloorgang van de Nederlandse
schilderkunst begon aan het einde van de 17e eeuw. Veel ateliers werden gesloten,
waardoor de opleiding van jonge schilders en tekenaars sterk terugliep.
In de 17e eeuw brachten 51 schilders op 210 schilderijen en tekeningen het strand
van Scheveningen in beeld. In de 18e eeuw daalde het aantal schilders en tekenaars
tot 29 en 66 schilderijen en tekeningen, gravures en aquarellen.
In feite waren het 7 schilderijen en 59 tekeningen, waarvan een aantal kopiën
waren van afbeeldingen uit de 17e eeuw. Alleen de Engelsman Charles Brooking, de
Nederlanders Jan ten Compe, Paulus Constantijn la Fargue, de Belgische schilder Lucas
Smout en een onbekende kunstenaar schilderden het strand van Scheveningen in de 18e
eeuw. Samen met de tekeningen, gravures en etsen geven ze een beeld van Het strand
van Scheveningen en de kop van de Keizerstraat in de 18e eeuw. |
|
Het Schuitengat in Scheveningen,
mat links de 'Oude Kerk' door Jan ten Compe, 1751. |
|
Het strand van Scheveningen door
Charles Brooking. Datum onbekend. In de verte is de toren van de Oude Kerk te zien
en rechts de vuurbaak. Scheveningen lag in het begin van de 18e eeuw nog in een woest
duinlandschap. Het strandgezicht is waarschijnlijk rond 1750 geschilderd. Het is
niet duidelijk of Charles Brooking in Scheveningen is geweest of, dat hij zich heeft
laten inspireren door de Nederlandse schilders van zeegezichten zoals Willem van
de Velde de Oude en de Jonge, die aan het eind van de 17e eeuw in Londen woonden.
(Coll. Royal Museums, Greenwich, UK). |
|
Het neertrekken van een bomschuit
van Paulus Constantijn la Fargue. Tot in 1904 de Eerste Vissershaven in gebruik werd
genomen, moesten de platboomde bomschuiten bam de Scheveningse vissers het strand
opgetrokken worden, wanneer men een storm verwachtteof reparaties wilde verrichten.
Het weer in zee brengen werd 'neertrekken' genoemd. Naarmate de schepen groter werden,
moesten er meer hulpkrachten zoals voerlieden met paarden, aan dit op- en neertrekken
te pas komen. (Coll. Beeldbank Haags Gemeentearchief). |
|
Het strand van Scheveningen, 1789
van Nicolaas Lodewijk Penning. Rechts op de tekening zien we de toren van de aan
de Keizerstraat gelegen Oude Kerk. Het verlengde van de Keizerstraat heette vroeger
Kerkwerf. Op de tekening is dat het gedeelte tussen de twee op duintoppen gebouwde
huizen. Het linker huis is het zomerverblijf Nieuw-Soestenburgh dat in 1662 voor
Cornelis van Soetens werd gebouwd. Het ging vanaf 1691 vele keren over in andere
handen en deed van 1850 tot 1853 dienst als sociëteitsgebouw van de Scheveningse
reders. Daarna werd het door A.R. Rauch gesloopt, die er een hotel neerzette. Het
rechter huis werd in 1665 gebouwd voor Johan van Swieten, die er een logement exploiteerde.
In 1672 kreeg de schout en herbergier Dirck van den Houck het in eigendom en gaf
het de naam 'Heerenlogement'. A.E. Maas richtte hier in 1845 het badhuis Zeerust
op. Hoewel in de beginjaren een geduchte cocurrent voor het stedelijk badhuis moest
het in 1860 als zodanig worden gesloten. (Coll. Beeldbank Haags Gemeentearchief). |
|
Het strand bij Scheveningen, ca.
1700 van de Belgische schilder Lucas Smout. Rechts op de achtergrond de 'Oude Kerk'
van Scheveningen. Links van de kerk, het gebouw 'Nieuw Soetenburgh', dat in 1662
werd gebouwd voor Cornelis van Soetens en rechts een muur van het 'Heerenlogement'dat
in 1665 werd gebouwd en later Hotel Zeerust werd. Via de kop van de Keizerstraat
rijden wagens met strandgasten naar zee toe. Rechts op de voorgrond de visafslag.
Links wordt een bomschuit door zes paarden het strand opgetrokken. (Coll. Koninklijk
Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen). |
|
Japans bord met
Hollands landschap.
De voorstelling is het eiland Deshima of een gezicht op Scheveningen, uit het begin
van de 18e eeuw. Porselein met blauwe decoratie. (Coll. The Metropolitan Museum of
Art, New York). Klik voor een groter formaat op de afbeelding. |