Gezicht op het strand van Scheveningen.
Rechts het zomerverblijf Nieuw-Soetenburgh dat in 1662 voor Cornelis van Soetens
werd gebouwd. Het ging vanaf 1691 vele keren over in andere handen en deed van 1850
tot 1853 dienst als sociëteitsgebouw van de Scheveningse reders. Daarna werd
het door A.R. Rauch gesloopt, die er een hotel neerzette. De aquarel moet vóór
1853 zijn gemaakt. Op het strand liggen bomschuiten. Links rijdt een nettenkar, die
ook te zien is op een voorstudie van Bosboom. De vissersvrouw met de rode rok staat
ook op de aquarel. Het is een tafereel buiten het zomerseizoen, want de houten vlonders
van de armenbrug liggen niet op het zand. (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam)
Johannes Bosboom ontdekte de badplaats Scheveningen tijdens een vakantie in 1873.
De nogal neerslachtig aangelegde kunstenaar schilderde doorgaans stemmige kerkinterieurs.
Die zomer leefde hij helemaal op, wat resulteerde in onder meer dit weidse panorama.
Bomschuiten, vissersvrouwen, kerkgangers, gereedstaande ezels en rechts het in 1853
afgebroken zomerverblijf Nieuw-Soetenburgh dat Bosboom mogelijk aan de hand van een
oude afbeelding heeft toegevoegd. (Bron: Wikipedia.org) |