Paul Arntzenius, een neef van Floris
Arntzenius, werd geboren op 20 mei 1883 te Den Haag en overleed op 4 januari 1965
te Den Haag. Volgde zijn opleiding van 1901-1903 aan de Koninklijke Academie voor
Beeldende Kunsten in Den Haag o.l.v. W.B.Tholen, zijn opvoeder na het overlijden
van zijn moeder, waaraan zijn werk verwant is. Kreeg les van Herbert van der Poll,
Willem Bastiaan Tholen en Willem Witsen. Was werkzaam in Belgie, Frankrijk, Zeeland
(Veere), Amsterdam en Den Haag. Hij won in 1949 samen met Theo Bitter de Jacob
Marisprijs. Hij was lid van de kunstenaarssociëteiten "Pulchri Studio"
in Den Haag en "Arti et Amicitiae" te Amsterdam. Paul Arntzenius nam deel
aan diverse solo- en groepstentoonstellingen te Den Haag en Amsterdam. Zijn
werk is opgenomen in de collecties van het Haags Gemeentemuseum, het Stedelijk Museum
te Gouda, het Singer Museum te Laren en de Rijkscollectie. Hij was tevens een verwoed
kunstverzamelaar, die zijn collectie heeft geschonken aan het Stedelijk Museum te
Gouda. In 1963 verscheen zijn boek "overpeinzingen van een schilder" (uitgave
L.J.C. Boucher). (Bron: Zuijderwal.nl) |