|
|
|
Een nieuwe onafhankelijke
en vrije toekomst na 1813 |
|
De proclamatie werd op 17 november
1813 over heel Nederland verspreid. Het kondigt de terugkeer van het oranjegeslacht
op Nederlandse bodem aan. |
|
Verklaring van Van Hogendorp en de
zijnen van 17 november 1813.
's Hage den 17den november 1813
De Fransche autoriteiten vertrokken zijnde hebben wij geoordeeld, dat het land niet
kan behouden blijven zonder de zaak op te neemen in qualiteit van oude Regenten,
en uit Naam van den Prins van Oranje.
Uit de ingesloten convocatie, die bij expresse alomme verzonden wordt blijkt, dat
er morgen eene Vergadering zijn zal, geschikt om alle zaaken af te doen, tot de komst
van Zijne Hoogheid toe.
Inmiddels verrichten wij het noodige, en ten dien einde hebben wij den Heer Leopold
Grave Van Stirum gemachtigd om op te treden als Gouverneur van Den Haag ,en uit Naam
van Zijne Hoogheid werkzaam te zijn. Hij heeft reeds 14 dagen krachtiglijk medegewerkt
om de rust te bewaren; wij zijn verzekerd, dat dezelve door hem behouden zal blijven,
en wij zien geen ander middel om dit te verkrijgen, dan dat hij aanstonds erkend
worde door de Regeering van Den Haag, dat de beste Harmonie onder allen heersche
en dat de Oranjevlag aanstonds worde uitgestoken.
Op een oogenblik, daar alles aankomt op eensgezindheid verwachten wij van de Haagsche
Regeering eene medewerking, die aangenaam zijn zal aan Zijne Hoogheid en aan het
Volk.
F. van Der Duyn van Maasdam
G.K. van Hogendorp
O. Repelaer van Driel
F.D. Changuion
F.L. de Jonge |
|
Bron: Geschiedenis
van Den Haag |
|
De Prins van Oranje geeft in de Proclamatie
van 30 november 1813 aan zeer verheugd te zijn om na een periode van ballingschap
terug te keren bij zijn volk. Hij belooft het vaderland in oude luister te herstellen
en roemt zijn oudste zoon Willem die op het slagveld de eer van de familie heeft
hooggehouden. |
|
|
Bron: Proclamatie
30 november 1813 |
|
|
|