Afbeelding links: Dit kniestuk toont de
stadhouder Prins Willem V (1748-1806). Willem V regeert tijdens de woelige jaren
waarin burgers, geïnspireerd door de Franse Revolutie, in opstand komen tegen
de erfgenamen van Oranje. B.S. Bolomey, 1788. (Coll. Collectieutrecht.nl)
Willem is afgebeeld in militair kostuum bestaande uit een borstkuras met een blauwe
overjas. In zijn rechterhand houdt hij een maarschalkstaf. Prins Willem V werd geboren
in 1748. Toen hij drie jaar was, overleed zijn vader, stadhouder Willem IV (1711-1751).
Deze had de erfelijke overdracht van het stadhouderschap ingevoerd; voorheen moesten
de telgen van Oranje door de staten van een provincie benoemd worden. De kleine Willem
was nu dus erfgenaam, maar uiteraard te jong om te regeren.
Tegen 1782 kwam, geïnspireerd door de Amerikaanse Revolutie en de Verlichting,
een beweging op: de Patriotten, die meer vrijheid eisten voor het volk. De opkomst
van de patriotten zorgde voor spanningen en geweld tussen hen en orangisten. Franse
agenten werden ervan verdacht de patriotten met geld tegen de stadhouder op te zetten.
In pamfletten en smaadschriften werden Stadhouderlijke familie beledigd en gehoond.
Door een beroep te doen op historische en bijbelse voorbeelden van tiranniek gedrag,
door de stadhouder voor te stellen als een afgod en een duivel, probeerden de patriotten
het stadhouderschap te ondermijnen. Dat gebeurde ook door Prinses Wilhelmina voor
te stellen als de kwade genius achter de stadhouder.
Vooral in Holland werd de agitatie van de patriotten tegen de stadhouder actief gesteund
door Franse agitatoren.
De in het slop geraakte economie werd bedreigd toen keizer Jozef II, die ook heer
van de Oostenrijkse Nederlanden was, opening van de Schelde eiste. De Keteloorlog
die daarop volgde was aanleiding voor de patriotten tot het oprichten van nog meer
exercitiegenootschappen. Daardoor zou de invloed van Willem V op de benoeming van
buitenlandse officieren in het Staatse leger afnemen.
In 1785 ontstond een breuk tussen Aristocraten en Democraten.
In november 1786 verhuisde de stadhouderlijke familie van Apeldoorn naar Nijmegen,
om in geval van lijfelijke bedreiging over de grens naar Pruisen te kunnen vluchten.
De felle hervormingsdrang van de patriotten leidde in 1787 tot een ingreep van de
Pruisische troepen, die het gezag van de stadhouder gewapenderhand herstelden.
Op donderdag 20 september 1787 kwam Willem V aan in Den Haag. Misschien is Prinsjesdag
naar deze gebeurtenis vernoemd. Hersteld in de oude rechten nam Willem V, maar in
het bijzonder zijn vrouw Wilhelmina, nu represailles tegen de patriotten. De patriotten,
verbeurd verklaard van hun bezittingen en hun zetels in de vroedschap, vluchtten
daarop naar Noord-Frankrijk waar zij zich schoolden in de idealen van de Franse Revolutie.
In tal van plaatsen veranderde Willem V, gemachtigd door de Staten, de bestuurscolleges
om hem vijandig gezinde leden te vervangen door Oranje-aanhangers. De pers werd aan
banden gelegd, politieke bijeenkomsten werden verboden en patriottische clubs en
vrijkorpsen ontbonden.
De voortekenen van een naderende crisis kondigde zich aan vanaf het ogenblik, dat
in de lange hete zomer van 1789 de revolutie zich in alle uithoeken van Frankrijk
had verspreid en overging in een steeds heftiger politieke strijd om de macht tussen
de Koning en het Volk. Het was in die bloedige worsteling, dat de Franse monarchie
ten onder zou gaan en Europa zou meeslepen in een langdurige oorlog tussen gevestigde
vorstelijke posities en de opkomende wil van een volk. Onder die revolutionaire vloedgolf
zou ook de Republiek der Verenigde Nederlanden bezwijken.
(Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw,
Amsterdam 2006) |