In 1806 nam het leven van Louise een andere wending. Op 20 september van dat jaar verloor zij haar inmiddels blinde en volledig van haar afhankelijke echtgenoot. Haar moeder, enkele maanden eerder weduwe geworden, kwam nu bij haar in Brunswijk wonen. Vanwege het oprukken van de Franse troepen waren de prinsessen echter genoodzaakt Brunswijk te verlaten. Begin november 1806 vonden prinses Wilhelmina met haar dochter Louise onderdak in Schwerin, maar toen de Fransen verder oprukten vluchtten ze naar Sleeswijk. Tijdens hun verblijf in Sleeswijk wist Wilhelmina nog veel goederen en papieren uit Oranienstein, Dietz en Dillenburg voor haar zoon te redden.

In augustus 1807 voelden de prinsessen Wilhelmina en Louise zich door geruchten over een dreigende Franse bezetting niet langer veilig in Sleeswijk. Op aandringen van Willem Frederik werden de vrouwen overgehaald naar Berlijn te komen. Na een lange reis kwamen ze daar op 113 november 1807 aan en betrokken met hun gevolg van enkele hofdames een hotel in de Bherenstraße, achter Unter den Linden, van waaruit ze een verbinding hadden met het huis waarin het gezin van Willem Frederik en Mimi woonde. Zo konden Willem en zijn zoon Frits voor de eerste maal kerstfeest vieren bij hun grootmoeder en tante. 's Zomers verbleef de familie op het landgoed Schönhausen, dat de koning van Pruisen in 1810  aan Wilhelmina in bruikleen aanbood.

Met de inhuldiging in 1813 van Willem I als souverein vorst van de Nederlanden, kwam er een einde aan Louises ballingschap. Op 10 januari 1814 keerde ze met haar moeder terug naar Nederland. Na een kort verblijf aan het Lange Voorhout woonden de prinsessen afwisselend aan het Plein in Den Haag en in het zomerverblijf Paviljoen Welgelegen in Haarlem. Louise maakte in 1817 nog een keer alleen een reis naar Brunswijk, Berlijn en Weimar om familie en vrienden te bezoeken. Na een kort ziekbed stierf zij op 15 oktober 1819 in Den Haag, negen maanden eerder dan haar moeder.  
De band met haar moeder is bepalend geweest voor het leven van Louise. De intensieve briefwisseling met haar en andere familieleden en haar gouvernante geeft een goed inzicht in haar ontwikkeling, de dagelijkse beslommeringen aan het hof, haar religieuze beleving en liefde voor muziek en theater. Wilhelmina noemt haar terecht de 'grootste écriveuse van de hele familie'. (Bron tekst: Historici.nl)

Links: Portret van prinses Louise van Oranje-nassau, 1817 van onbekende schilder. (Bron: Wikimedia.org)
Bronnen:
Frederica Louise Wilhelmina op Historici.nl
Portret van prinses Louise van Oranje-nassau, 1817
Boek: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik