Miniatuurportret van Willem George Frederik, prins van Oranje-Nassau (1774-1799) van F.G. Weitsch, ca. 1800.


Het beleg van Kehl, de vesting voor Straatsburg, was lang en hard, niet in het minst door de strenge winter. Pas op 10 januari 1797 slaagde het keizerlijke leger er na zware bombardementen in de vesting te veroveren. De troepen konden nu hun winterkwartieren betrekken en Willem George Frederik met zijn brigade werd in de buurt van Mainz gelegerd. Voor zijn hooggeroemd gedrag in de campagne van aartshertog Karel ontving hij uit handen van de Duitse keizer het Kruis van de militaire Orde van Maria Theresia. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006)

In tweeërlei opzicht werd er voor de prins een uitzondering gemaakt; nooit werd er anders in de orde een Protestant opgenomen en hij, die de orde van Maria Theresia droeg, mocht zich met geen andere ordelinten tooien, terwijl de Keizer uitdrukkelijk bepaalde, dat die bepaling voor de Prins niet van kracht was. Hij kon zich dus blijven sieren met het lint van de Zwarte Adelaar en met de versierselen van de Maltheser orde. (Bron tekst: Oranje in ballingschap, H. Algra. Uitgave: J.H. Kok N.V., Kampen, 1948)

De hoop op een rustige winterperiode ging voor Willem George Frederik echter niet in vervulling. Aartshertog Karel werd naar Wenen teruggeroepen. Het kabinet was zeer verontrust over de nederlagen die de Oostenrijkse legers tegen Bonaparte in Italië hadden geleden en over de val van Mantua. In Wenen ontving aartshertog Karel de opdracht de resten van de legers in Italië in goede orde terug te laten trekken. Willem George Frederik reisde hem in februari 1797 achterna naar het tweede front dat Italië voor de keizerlijke legers geworden was.

Met geforceerde dagmarsen bereikte Willem George Frederik de hoofdmacht van aartshertog Karel, die de legers al vechtend tegen de Franse aanvallen over de rivieren terugvoerde. Hij kreeg tot taak om de achterhoede te dekken. Door een effectieve opstelling van zijn grenadiers en zijn moedige tegenstand hield hij de oprukkende Fransen op, zodat de aartshertog zich ongehinderd met zijn troepen via de bergpassen kon terugtrekken. Willem George Frederik hoopte dat de krijgskansen zouden keren als deze troepen toestemming zouden krijgen zich met de Oostenrijkse troepen aan de Rijn te verenigen. Maar nog meer hoopte hij op een spoedig einde 'van deze ellendige oorlog, wanneer men van dichtbij het leed ziet dat een dergelijke oorlog teweeg brengt'. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006)

Weer was de eer van de veldtocht voor de beide jonge helden. Pas 23 jaar oud werd prins Willem George Frederik door de keizer bevorderd tot luitenant-maarschalk. Een van de Oostenrijkse regimenten droeg voortaan zijn naam.

De in 1793 bij Werwik opgelopen wond aan zijn linkerschouder begon bij Willem George Frederik weer op te spelen en maakte een operatie noodzakelijk, waarvoor hij enkele weken moest worden opgenomen. Bovendien was hij wekenlang nagenoeg blind aan zijn linkeroog en leed hij aan reumatiek die hij had opgelopen in de loopgraven bij het winterbeleg van Kehl. Het schrijven van brieven kostte hem dan ook grote moeite.

De oorlog was intussen verloren; een wapenstilstand werd gesloten en het woord was aan de diplomaten. (Bron tekst: Oranje in ballingschap, H. Algra. Uitgave: J.H. Kok N.V., Kampen, 1948)
 
Willem George Frederik van Oranje (1774-1788), in Oostenrijks uniform. (Coll. Paleis Het Loo Nationaal Museum, Apeldoorn)
Prins Willem George Frederik bleef nog in oostenrijk, al rustten de wapenen. Hij was oververmoeid, een tijd lang was hij half blind en moest in een sanatorium herstel zoeken. Eerst in het late najaar van 1797 reisde hij over Berlijn en Brunswijk naar Hamburg. In de pruisische hoofdstad zag hij vor het eerst zijn petekind, de kleine Fritsja (Willem Frederik Karel). In Hamburg moest hij het grootste deel van de maand december wachten op gunstige wind en eindelijk, 5 januari 1798, kwam hij aan in Hampton Court, gezond en wel, een beetje mager, maar nog altijd dezelfde Frits.
Neen, helemala gezond was hij toch niet. Zijn arm bleef wat stijf en hij klaagde over een stekende pijn in de borst. Een rheumatische aandoening, zeiden de dokters; hij ging de baden gebruiken in Bath. (Bron tekst: Oranje in ballingschap, H. Algra. Uitgave: J.H. Kok N.V., Kampen, 1948)
Bronnen:    
Willem George Frederik van Oranje-Nassau op Wikipedia    
Miniatuurportret van Willem George Frederik    
Boek: Oranje in Ballingschap, H. Algra    
Boek: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik