In Utrecht bood Baron van Zuylenstein,
die met een Engelse Killegrew was getrouwd en een onwettige zoon van prins Frederik
Hendrik, Prins van Oranje was, hem gastvrijheid.
James bleef een week in het landhuis van Van Zuylestein, maar hij begon spijt te
krijgen van zijn haastige actie en 8 januari schreef hij een semi-verontschuldiging
aan zijn broer.
Charles dacht aanvankelijk, dat James naar Frankrijk was uitgeweken en in een eerste
opwelling beschuldigde hij zijn zuster van medeplichtigheid. Maria Henrietta weerlegde
de beschuldigingen met grote verbolgenheid en wilde zo snel mogelijk terug naar Holland.
Na het vertrek van James uit Brugge had Charles onmiddellijk Ormonde naar Zeeland
gestuurd. Om die reis te kunnen bekostigen moest Charles zijn eigen medaille van
St. George verpanden.
7 januari kwam Ormonde terug met de mededeling , dat James al in Holland was. Daarop
werd Blague naar Keulen gestuurd om James daar op te vangen, omdat Charles dacht
dat hij via die route naar Frankrijk zou gaan. Dat bleek niet het geval te zijn.
Ook de Spanjaarden probeerden James over te halen terug te keren naar Brugge. James
was bereid halfweg te komen en reisde naar Breda en 28 januari stuurde hij een uitgebreide
verklaring naar Charles waarin hij zijn grieven op een rijtje zetten. Charles aanvaardde
alle voorwaarden van James, die daarna terugkwam in Brugge. Maar de familierelatie
van de Stuarts bleef gespannen.
26 februari 1657 vertrok Maria Henrietta naar Holland, waar ze voor het eerst in
haar leven blij was naar toe te gaan.
Haar broers begeleidden haar tot Sluis en haar reis was niet zonder avonturen, die
gevaarlijk werden door de vriendelijke bedoelingen van de garnizoenen die ze voorbijkwamen.
Toen ze in Damme uit de boot stapten gaf het garnizoen als welkom een salvo. De schildwacht,
die kreupel was, schoot zijn musket af, die geladen was met veel kleine kogeltjes,
waarvan een of twee verder in het lichaam van Jack Forbes drong, dan gerieflijk was
en een in zijn arm en een in zijn been. En mr. Cooper kreeg een kogeltje in zijn
hand en een andere in zijn been.
In Sluis werd een soldaat op het bolwerk van het kasteel door het hoofd geschoten,
een ander in zijn nek en een derde werd gewond.
Charles durfde niet verder dan Sluis mee te gaan en ging terug naar Brugge. James
en Henry gingen mee naar Breda en bleven daar overnachtten. 28 februari reisden ze
terug naar Brugge. |