Verblijf van Charles II in Den Haag, 25 mei tot 2 juni 1660
 
Het Mauritshuis, Jan van Call (1656-1705/06). (Coll. Haagse Beeldbank)
De Korte Vijverberg gezien naar het Plein; geheel links de St. Sebastiaansdoelen; links van het midden het Huijgenshuis aan het Plein; rechts een gedeelte van de Hofvijver met het Mauritshuis en de vijverzijde van gebouwen van het Binnenhofcomplex, 1690.

Die nacht sliep hij in een bed, dat oorpronkelijk ontworpen was voor zijn zuster, Maria Henrietta, maar dat nooit was gebruikt. Het was het mooiste en rijkste bed, dat ooit in Parijs was gemaakt. Op de muren van de slaapkamer hingen schilderijen en tapijten met een enorme waarde. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott).
Tusschen 11. en 12. uren quam den Koningh onder 't ghedruys van Canonaden in den Hage/ en gheleydt in 't Keyserlijck Huys van Graef Johan Maurits/ daer toe geapproyieert: {het Mauritshuis}
Men hoorde op die tijdt niet alleen de stucken op den Vijverbergh gheplant/ maer als Admir. Montagu den selven morgen voor Schevelighen met zijn Vloot om den Koning af te halen/ was gekomen/ blies die buyten zijn Compas dat maer Suyten Noort streckt/ oock Oost en West/ soo datten gantse Haeg als een lichte vlonder dreunde.
Nu was het Hoff vol blijtschap/ de Clocken/ de Inwoonders de Vreemdelingen/ en den geheelen Staet waren in besige vreugde soo wijt uytgelaten als oyt: Dien dach is de Coningh by de Staten van Hollant getracteert/ na dat hy 'smiddachs aen een kleyn Tafelken alleen hadde gegeten/ ghelijck oock al d'andere Engelsen daer in huys ghelogeert/ beneden in 'tonderste aen kleyne Tafelkens zaten/ komende ontallijcke veel van die Natie zijn Majest. de handen kussen: De Koninginne van Bohemen en de Princesse Douargiere van Oranje quaemen hem verwellekomen/ sich een weynich hebbende doen accoustreren/ quam in de Groote Saele/ vrolijck van ghelaet: Wanneer den Franse Ambassadeur/ en alle andre Ministers hem quamen begroeten/ doch alle met ongedeckten Hoofde: Namiddags quamen hem convaleseeren de Staten Generael/ daer de Baron de Gent het woort dede: Door den Raedt van Staten/ daer Prins Willem Stadtholder van Vrieslandt sprach: Door de Generaliteyts Reecken-kamer harangueerende den Heer Jacob van Reygersberge/ Fr.
Alle welcke aenspraken in 't Frans wierden gedaen: Waer van den lesten meest in desen sin vrypostlich en bescheyden uyt sprack: Seer veerblijt te zijn, dat zijn Majesteyt in zijn wettich Rijck soude werden herstelt, wiens Ballingschap en deprivatie nu soo lange Iaen hadde geduert, &c.
Den Ed: heere van Wimmenum op alles ordre stellende/ most yder uyt 't Huys savonts ten 8. uren/ de Speelluyden quamen boven sitten/ en de Zaele was alomme met Roode Purper zyde behangen/ de Hertogen van Jorck en Glochester waren gelogeert in 't Huys van Maes/ {Het huis van Kolonel Johan Maes van de schutterij, tevens deel van de vroedschap en oud-burgemeester} en deftig ghetracteert. Dien dach zijn de Engelse Commissarisen/ alle Jonge Basen/ en stijf in 't Gout en geborduert Silver/ in den Hage van de vloot gekomen/ en gelogeert op de Doelen. Onverwijlen bloeydent na den Hage van alle soorten van menschen: Logijs waster nauwlijcks te bekomen/ elck voerde zijn suyvel/ en wat die van Hollandt aen wilt/ gevogelte/ &c. wisten te bekomen/ derwaerts/ het ghevolgelte van Gorcum/ de kaes van Edam/ het Lijnwaet van Haerlem/ Confituren van Amsterdam/ Boter van Leyden/ en Vis uytte Maes brachten in 'tHof hoop en te koop/ alle Hollantse Steden liepen leeg/ en ten scheen geen Patriot die Koninck Karel niet gingh besien/ en ten minsten maer met hy uyt de Venster lach geluck en heyl wenschten.

De Guarde lag als gemetselt aen en omtrent des Konings Huys wijts en zijts/ niemant mocht sonder de gratie des verket stocks naderen.
Rechts: verket stock van Nederlandse Infanterie Musketier

 (Bron: HOLLANDTSE MERCURIUS, 1660)
  Tussen 11 en 12 uur kwam de Koning onder het gebulder van kanonsalvo's in de Haag aan en hij werd naar het Keizerlijk Huis van Graaf Johan Maurits van Nassau, ofwel het Mauritshuis, gebracht, dat speciaal voor dit doel was gereed gemaakt.
Men hoorde rond die tijd niet alleen de kanonnen, die op de Vijverberg waren geplaatst, maar Admiraal Montagu was dezelfde morgen met zijn vloot voor Scheveningen aangekomen om de Koning op te halen en vuurde kanonsalvo's af naar alle windstreken, zodat heel Den Haag als een lichte vlonder dreunde.
Het (Binnen)Hof was vol blijdschap. De klokken, de inwoners en het gehele land waren meer dan ooit uitgelaten van vreugde.
Die dag is de Koning door de Staten van Holland feestelijk onthaald. Nadat hij aan een klein tafeltje alleen had gegeten, zoals alle andere Engelsen, die in het huis logeerden, beneden in de kelder aan kleine tafeltjes zaten, kwamen ontelbare van zijn landgenoten zijne Majesteit de handen kussen.
De Koningin van Bohemen (Elizabeth Stuart) en de Prinses Douarière van Oranje (Amalia van Solms) kwamen hem verwelkomen. Nadat hij even had gerust, kwam hij met een vrolijk gezicht de Grote zaal in toen de Franse ambassadeur en alle andere Ministers hem met ontbloot hoofd kwamen begroeten. 's Middags kwamen hem beter maken; de Staten Generaal, voor wie Baron van Gent het woord deed, door de Raad van Staten, waarvoor Prins Willem Stadhouder van Friesland sprak en door de Rekenkamer van de Generaliteit, waarvoor de heer Jacob van Reygersberge redevoerde.
Alle toespraken werden in het Frans gedaan. Waarbij de laatste in deze zin vrijpostig en bescheiden sprak: Zeer blij te zijn dat zijne Majesteit in zijn wettig Rijk zou worden herstelt, wiens ballingschap en ontberingen lang genoeg had geduurd. Van de orde bewaker, de Heer van Wimmenum, moest iedereen om u uur het Mauritshuis verlaten. Toen kwamen de musikanten en de zaal was helemaal met roodpurperen zijde behangen. De Hertogen van York en Gloucester logeerden in het Huis van Maes. {Het huis van Kolonel Johan Maes van de schutterij, tevens deel van de vroedschap en oud-burgemeester}, waar ze deftig erden behandeld.
Die dag kwamen de Engelse Commissarissen, alle jonge mannen, allemaal stijf in het goud en geborduurd zilver, waren van de vloot naar Den Haag gekomen en logeerden op de Doelen (het huidige Haags Historisch Museum). Onmiddelijk kwamen allerlei soorten mensen naar Den Haag. Logies was nauwelijks te krijgen. Iederen bracht zijn eigen zuivel en wat die van Holland aan wild/gevolgelte enz. wisten daar te krijgen. Gevogelte van Gorcum, de kaas van Edam, het laken van Haarlem, de confituren van Amsterdam, boter uit Leiden en vis uit de Maas brachten op 't (Binnen)Hof hoop en te koop. Alle Hollandse steden liepen leeg en er was geen Patriot, die niet naar Koning Karel ging kijken en tenminste vanuit een venster geluk en heil wensten.
De Garde lag als gemetseld aan en rond het Kongings Huis (Mauritshuis) niemand mocht zonder toestemming van de 'verket stokken' naderen.

Verket stock = stok met vorkvormig uiteinde waarin het een musket bij het schieten steunde.
Rechts: Infantry Musketeer (Bron: Kipar.org)

(Bron tekst: HOLLANDTSE MERCURIUS, 1660)
Bronnen:
Charles II van Engeland op Wikipedia
Het Mauritshuis
Infantry Musketeer, 1650-60
HOLLANDTSE MERCURIUS, 1660