|
|
|
Links gravure
van Koning Charles II van onbekende kunstenaar (Coll. Mutualart.com) en rechts schilderij
van Koning Charles II naar Jan van den Hoecke (Coll. Government Art Collection) |
Prins Charles II van Engeland was
nog in Den Haag, toen hij hoorde dat zijn vader op 30 januari 1649 was onthoofd en
dat Commonwealth of England een vorm van republiek was geworden en de monarchie was
afgeschaft.
Charles roept zichzelf uit tot Koning van Engeland, Schotland en Ierland. Maar op
dat moment werd hij door geen van de koninkrijken erkend.
Een lang verblijf in Den Haag vond Charles II niet wenselijk, omdat hij dat volledig
afhankelijk zou zijn van de prins van Oranje, Willem II.
Willem II was heel vrijgevig voor zijn zwager. Hij verhaalde zijn financiële
steun op zijn eigen stad Breda. De bedienden van Charles II kregen een loon, dat
gelijk was aan dat van het personeel van de Oranjes en hij voorzag Charles II met
mogelijkheden voor rouw over zijn vader en alle benodigde middelen om te leven.
Maar Prins Willem II had grote schulden en de Staten waren openlijk ontevreden over
hun ongenode gasten. De Royalisten die in Den Haag rondliepen waren een dagelijkse
zorg, in verband met de komst van ambassadeurs van de nieuwe regering van Brittannië.
De afschuw over de berechting en de dood van Charles I veroorzaakte een gunstige
houding tegenover zijn erfgenaam in Engeland, Schotland en Ierland. In Engeland was
er geen hoop op terugkeer naar de monarchie. Maar op 5 februari 1649 riep het Parlement
van Schotland Charles II uit tot koning van Groot Brittanië, Fankrijk en Ierland.
De voorwaarde was dat hij het echte Protestantisme in Engeland, Schotland en Ierland
zou invoeren en alle andere godsdiensten zou onderdrukken.
20 februari 1649 kwam een Schotse delegatie aan in Den Haag en prins Willem II maakte
duidelijk, dat Charles II het Covenant niet zou aanvaarden.
Charles II had geld nodig en vroeg aan de Staten-Generaal een lening. Maar de Calvinistische
Nederlandse Protestanten vertrouwden de katholieke Ieren niet en zeiden dat hij het
geld alleen kon lenen als hij het Covenant zou aanvaarden en naar Schotland zou gaan.
Enkele weken later vroeg Charles enkele schepen te leen en een som van 20.000 pond.
De Staten Generaal gaven het verzoek door aan de Provinciale Staten van Holland en
in afwachting van hun beslissing bleef Charles II in Den Haag. Intusssen waren vertegenwoordigers
van elke Schotse groepering in Den Haag aangekomen. (Bron tekst: Online Book, The
King in Exile). |
|
Bronnen: |
Charles II (1630-1685) op Wikipedia |
Gravure van Koning
Charles II |
Schilderij van Koning Charles II naar
Jan van den Hoecke |
Online Book, The King in Exile |
|
|
|