Links een gravure van Isaac Dorislaus (1595-1649) van onbekende kunstenaar. (Coll. National Portrait Gallery, London) en rechts een gravure van de moord op Doreslaar van Reinier Vinkeles (1741-1816) (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam)
Een gebeurtenis in Den Haag maakte het vertrek van Charles II dringend noodzakelijk. Om te onderhandelen over handelsbelangen stuurde het Engelse Parlement de gezant Dr. Isaac Dorislaus (ook wel Dorislaer of Dooreslaar) naar Den Haag. Cromwell koos voor een Nederlandse Jurist die in Alkmaar was geboren , maar al enige tijd in Engeland woonde. Deze Nederlander kwam in mei 1649 naar Den Haag en verbleef in afwachting van vaste woonruimte in een Herberg ("De Swaen") op de Plaats. In 1628 was Isaac Dorislaer benoemd tot Hoogleraar Geschiedenis in Cambridge. Toen het Charles I ter ore kwam, dat hij republikeinse gevoelens had , werd hij geschorst maar later weer herbenoemd. Hij trouwde met Engelse vrouw en werd een belangrijk persoon, ook voor het Parlement.
In 1640 werd hij door het Parlement naar Den Haag gestuurd als gezant waar zijn geloofsbrieven op 3 juli werden gelezen en aangenomen. Maar de vertegenwoordiger van Koning Charles I in Den Haag, Boswel zorgde ervoor dat de Staten men geen gehoor gaven. Uiteindelijk werd hij wel ontvangen, maar ontevreden over de antwoorden ging Dorislaus terug naar Engeland.

In januari 1649 was Dorislaus benoemd tot juridisch adviseur van het Hoge Gerechtshof in Engeland en hielp bij het opstellen van de aanklacht van Hoogverraaad tegen Charles I.
Volgens de overlevering kon geen Engelsman worden gevonden, die een aanklacht tegen Charles I wilde schrijven, omdat een koning niet door een gerechtshof kon worden veroordeeld.
Isaac Dorislaus kreeg de opdracht een wet te maken waardoor het wel zou kunnen. Dorislaus maakte gebruik van een oude Romeinse wet, die bepaalde, dat een militair orgaan wettelijk een tiran omver kon werpen.

In april werd Dorislaus hij als speciaal gezant naar Den Haag gestuurd om samen met Walter Strickland en de Staten-Generaal een schema op te stellen voor een hechte vrede en wederzijdse samenwerking tussen de twee republieken. Er waren geruchten, dat er een aanslag op Dorislaus werd voorbereid, maar opgewekt vertrok hij naar Den Haag, waar hij op zondag 10 mei 1649 zijn intrek nam in herberg de Swaen aan de Plaats. Strickland had erop aangedrongen, dat hij bij hem zou intrekken. De aanwezigheid van de gezant van de Commenwealth in de stad waar ook de in ballingschap levende Prins Charles II verbleef, veroorzaakte grote verontwaardiging onder de Engelse Royalisten. In Den Haag zwierven Royalisten, Schotten en Engelsen rond. Een eerste moordaanslag op maandagavond 11 mei, mislukte. Maar de volgende avond 12 mei 1649 (Gregoriaanse kalender) zat Dorislaus met 11 anderen in de herberg de Swaen in Den Haag te eten, toen 12 gemaskerde mannen met getrokken zwaard binnenkwamen. Zij stelden de aanwezigen gerust, omdat ze niemand iets wilden aandoen, behalve de koningsmoordenaar. Dorislaus probeerde nog door een deur te vluchten, maar toen dat niet lukte ging hij terug naar zijn stoel. Twee samenzweerders zagen de Nederlander Grijp van Valkensteyn aan voor de gezant en verwondden hem. (Hij overleed op 30 mei aan zijn verwondingen.) Toen ze hun fout ontdekten vielen ze Dorislaus aan. Onder het uitroepen van :" Zo sterft een van de rechters van de Koning", brachten ze hem 11 verwondingen toe waaronder 2 dodelijke. De leider van de groep aanvallers was Kolonel Walter Whitford, een Schot. Daarna vertrokken ze rustig, maar betreurden het, dat ze Strickland niet hadden aangetroffen. Die was een uur eerder uit de herberg vertrokken. (Bron: Wikisource.com) en (Bron tekst: Online Book, The King in Exile).
 
Namens de Prins van Oranje Willem II, werden overal plakkaten opgehangen in een poging de moordenaars te pakken te krijgen.
 
INROEPINGE
Over de ghene welcke
DR. ISACUS DORISLAER
den 12 may 1649 in 's Graven-hage hebben vermoort.

Wilhem by der Gratie Godts
Prince van Orangie / Grave van Nasaou / Catzenelleboge / Vianden / Diets / Lingen / Meurs / Bueren / Leerdam / ec. Marquis vander Veer ende Vlissinghen / Heere ende Baron van Breda / ec. Goueverneur / Capiteyn Generael ende Admirael / mitsgaders de Raden over Hollandt / Zeelant / ende Vrieslandt / Allen den ghenen die deze sullen sien ofte hooren leesen / Saluyt.

Doen weten, Alsoo tot Onser kennisse gekomen is / dat op gister Avont / korts naer de klocke thien uuren seeckere manspersoonen tot omtrent twaelf in 't ghetaele meest gedeguiseert (vermomd, verkleed) ende gewapent / sich vervordert hebben haer te begeven naer de Herberge vande Swaen op de Plaetse alhier inden Hage / ende naer dat sp aen de deure geklopt hadden / met een gedeelte eerst 't Voorhuys in te vallen / de kaersen uijt te blasen / ende daer naer met evelen moede ende force in het binnen Salet / niet tegenstaende het roepen ende resistentie vande Vrouwe vanden Huyse / ende hare Dochteren in te dringen / ende aldaer op eenige persoonen, dewelcke (behalvens de Dienaers) tot twaelve in getaele / ter Taeffel hadden geseten / aen te vallen / ende onder anderen de Persoon van Doctor Isacus Dorislaer / op Sondachmiddag
  ter selver Herberge uyt Engelandt aen gechomen / seer wreet en de moordadelicken met elf / ende daer onder twee doodelicke wonden van het leven te berooven/ behalven de ghevaerlicke quetsuyre die aen die aen seecker Nederlantsch Heer / mede aldaer logerende in 't gheselschap zijnde / ende oock aende drie Dienaers vanden gemelten Doctor Dorislaer / als doen mede zijn geinfligeert (toegebracht) / wesende alle 't sleve saecken ende een moort van horible ende schrickelicke consequentie / ende de welcke in een kant van Justitie gheensints en behoort onghestraft te blijven.
SOO IST, dat wij goet gevonden hebben al voorens wel scherplicken te interdiceren ende verbieden / gelijck geinterdiceert ende verboden wert mits desen / allen ende eenen yeghlicken van wat qualiteyt ofte conditien sy souden moghen zijn / de voorsz moordadighe Persoonen / of te yemant vande selve Huyzen / Hoven / Herberghen / wech helpen ofte vervoeren / in eeniger manieren / directelick ofte indirectelick / op peyne van daer over aenden lijve gestraft te werden / ende ten eynde de selve Moordenaers des te beter zouden mogen ontdeckt ende achterhaelt werden / hebben wy mede goet ghevonden te ordenneren / dat zoo yemandt een vabde voorsz moordenaers sal weten bekent te maecken ende aen te wijzen / in voegen dat die in handen vande Justitie comt te geraecken / de zelve persoon daer over tot een premie ontfangen zal de somme van duyzent Carals guldens / ende bovendien ghenieten impuniteyt van het voorsz atroce (gruwelijke) delict / by zoo verre als hy ten voorsz tijde alleenlicken int gezelschap van de voorsz Deliquanten doch niet hantdadich zy gheweest / ende ten eynde niemant hiervan ignorantie en pretendere / laten wij den Deurwaerder die deze behandicht zal werden/ hier van naer voorgaende klcock geslag te doen oepnbare publicatie ende affictie (aanplakken) daer ende zoo 't behooren zal.
Bevelende van wegen als boven eenen yegelicken hem hier naer te regeleren.
Ghedaen in den Hage den dertienden May 1649 ende ten oirconde 't Zegel van Justitie hier op gedruct in Placcate.
In kennisse van my,
C. Rollant
 
Reinier Vinkeles (Amsterdam, 12 januari 1741 - aldaar, 30 januari 1816) was een Nederlands tekenaar en graveur. Vinkeles begon als leerling bij Jan Punt. Hij trad in 1762 toe tot de Amsterdamse Stadstekenacademie en werd in 1765 een van haar bestuurders. Een andere bestuurder was de architect Jacob Otten Husly. In hetzelfde jaar reisde hij naar Brabant met Jurriaen Andriessen en Izaak Schmidt. Hij maakte wel 2500 prenten, waarvan ca. 1500 op basis van zijn eigen tekeningen. Vinkeles was een van de belangrijkste zogenaamde topografische kunstenaars: afbeeldingen van de stad waren in de achttiende eeuw erg in trek bij de Amsterdamse burgers. (Bron: Wikipedia.org) en (Bron: Stadsarchief.amsterdam.nl)
 
Bronnen:
Charles II (1630-1685) op Wikipedia
Isaac Dorislaus (1595-1649)
Isaac Dorislaus, Diplomat, (1595-1649)
Walter Whitford op Wikisource
De moord van Dooreslaar
INROEPINGE
Online Book, The King in Exile
Reinier Vinkeles op Wikipedia