Jan Brueghel de Oude (1568 - 1625) Dorpstraat met molen, 1603
In 1603 schilderde Jan Brueghel de Oude een dorpstraat met herberg bij een molen op een heuvel, die verdacht veel lijkt op een afbeelding van zijn tijdgenoot Paul Bril. De dorpstraat in het schilderij van Paul Bril is breder, waardoor hij een woning bij de molen en een huifkar en enkele koeien kan toevoegen aan het landschap. Om de ruimte in het midden te maken zijn aan de zijkanten stukken weggelaten. Rond 1600 was het atelier van Paul Bril een ontmoetingsplaats van onder andere Sebastiaen Vrancx, Jan Brueghel de Oude en andere Vlaamse schilders. Tot in detail copiëerde Paul Bril het schilderij van Jan Brueghel, of was het omgekeerd?

Het molentype op de schilderijen
De standerdmolen (of staakmolen) is het oudste houten molentype en is veel te zien op middeleeuwse prenten. Er zijn er slechts enkele van bewaard gebleven, in Gelderland, Noord-Brabant, Limburg, Zeeland en België. Het huis is aanmerkelijk groter dan het bovenhuis van een wipmolen. Het draait om een spil of staander die tot beneden doorloopt. Alle standerdmolens zijn korenmolens; aan de achterzijde is vaak een kapje te zien waaronder een door de wind aangedreven hijsas voor zakken graan en meel zit. Afhankelijk van de omstandigheden of het ondergedeelte geheel gesloten dan open is, spreekt men van een gesloten of open standerdmolen.
 
Jan Brueghel was de zoon van Pieter Brueghel de Oude en vader van Jan Brueghel de Jonge. Ook was hij de broer van Pieter Brueghel de Jonge, de oom van Jan van Kessel en de schoonvader van David Teniers de Jonge. Zijn vader stierf een jaar na zijn geboorte. Hij kreeg zijn opleiding van zijn grootmoeder, die miniatuurschilderes was, en van Pieter Goetkindt. In 1589 trok hij naar Italië, waar hij in Napels, Rome en Milaan werkzaam was. In Rome raakte hij bevriend met Paul Bril. De twee schilders werkten samen en oefenden een sterke wederzijdse invloed op elkaar uit. Een andere samenwerking was die met Johann Rottenhammer, die hem bekend maakte met de kunst in Venetië.
Terug in Antwerpen keerde hij terug naar het type panoramische vergezichten omzoomd door coulisseachtige bergen zoals dat in Vlaanderen traditie was (vergelijk de werken van Joos de Momper). Ook het traditionele driekleurenschema (bruine voorgrond, groen middenplan, blauw verschiet) en de hoge horizon zijn onverminderd aanwezig. Weer wat later, rond 1605, krijgt het dorpsgezicht met lage horizon zijn voorkeur. Ten slotte, rond 1610, schilderde hij meer open landschappen met een realistischer inslag die aan het Brabantse landschap herinneren. Ze zijn veelal gestoffeerd met reizigers in huifkarren of boeren.
 
Bronnen:
Jan Brueghel de Oude op Wikipedia
Dorpstraat met windmolen
Jan Brueghel de Oude op Rompedas Blogspot
Huifkar op het platteland
Molen Database