|
|
|
Pieter Florisz.
van der Sallem |
Kaart van duingebied tussen Scheveningen
en Wassenaar van Pieter Florisz. van der Sallem, 1661, in verband met van de verwijdering
van konijnen uit de duinen tussen Scheveningen en Wassenaar. De jacht op konijnen
was het recht van Duinmeiers. |
|
De tussen 1000 en 1200 gevormde hogere
jonge duinen waren ongeschikt voor landbouw en vanaf de 14de eeuw werden hier konijnen
voor de jacht uitgezet (voor de huiden).
In de loop van de 17e eeuw bereikten de Staten van Holland veel klachten over landerijen
die door zand uit de Grafelijkheidsduinen werden ondergestoven en waar konijnen grote
schade aan de gewassen toebrachten. In hun vergadering van 29 april 1660 gaven zij
de Raden en Meesters van de Rekening van de Domeinen opdracht om met de dijkgraven
en hoogheemraden van Delfland en Rijnland en de Gecommiteerde Raden van het gewest
te overleggen met welke middelen de verstuiving van de duinen tot staan kon worden
gebracht en hoe de duinen konden worden teruggewonnen. De voornaamste oorzaken van
de problemen zochten de aanwezigen in de weersgesteldheid en in de konijnenstand.
In de voorgaande jaren was door de strenge vorst veel helm kapotgevroren. Tengevolge
van de droogte in het voorjaar en de harde wind had de aanplant van helm niet goed
wortel geschoten. Bovendien konden de konijnen veel aanplant weggevreten. Door genoemde
omstandigheden was de begroeiing ook schaars in de warandas, de woongebieden van
de konijnen. Door voedselgebrek gedwongen trokken de konijnen naar de naastgelegen
landerijen. Deze trek was mogelijk omdat sloten en omheiningen met zand waren ondergestoven,
De duinmeiers bevorderden d verspreiding van de konijnen door het dichtgooien van
sloten of het doorsteken van heiningen. Als pachters van de Grafelijkheidsduinen
hadden zij immers financieel belang bij het voortbestaan van het konijn als leverancier
van bont en vlees.
Tijdens de bijeenkomst van vertegenwoordigers van het gewest en de hoogheemraadschappen
deden de laatstgenoemde de volgende aanbevelingen. Ten eerste het plaatsen van rietschuttingen
en het planten van helm als eeuwenoude en beproefde methoden om zandverstuiving tegen
te gaan. Ten tweede zouden de duinen gedurende enkele jaren geheel vrij van konijnen
gemaakt moeten worden. Hiertoe diende een bevel van de Staten van Holland uit te
gaan. Tenslotte konden er weer konijnen worden uitgezet als de duinen wederom een
vast en begroeid gebied zouden zijn geworden.
Voor de Staten ging dit voorstel te ver. De gewestelijke afgevaardigden in de Staten
voorzagen schadeclaims van de duinmeiers en particulier eigenaren van de warandas.
Ook vreesden zij inkomstenderving voor de Domeinen. Op 18 maart 1661 gaven zij aan
genoemde instanties opdracht de gehele duinenrij vanaf Hoek van Holland tot een Schoorl
zo spoedig mogelijk nogmaals te inspecteren een aan te geven waar de konijnen moesten
worden uitgeroeid en waar zij mochten blijven. Om inzicht te krijgen in de plaatselijke
situatie maakte Pieter Florisz. van der Sallem in opdracht van het hoogheemraadschap
eeen aantal kaarten van het gebied.
In de vergadering van 2 december 1661 kwamen de afgevaardigden in de Staten eindelijk
tot een besluit. In de gebieden tussen Scheveningen en Wassenaar moesten de percelen
van Maerten Engelsen geheel konijnenvrij worden gemaakt. In de lage begroeide pannen
en voorkanten van het veld van Engel Gerritse mochten de konijnen nog binnen hun
omheiningen blijven, maar in het onbegroeide oostenlijk gedeelte moesten zij worden
verwijderd. Ook de duinen van Lenaert Jacobse moesten worden ontdaan van konijnen,
met uitzondering van enkele pannen en een vast begroeid veld, waar zij wel konden
blijven. Tevens kregen deze personen de jaarlijkse aanplant van helm opgedragen.
De gedupeerden van deze maatregel kregen een schadeloosstelling en een jaarlijkse
tegemoetkoming in de kosten van de helmbeplanting aan de hand van een verdeelsleutel.
Na gebleken succes besloten de Staten van Holland zeven jaar later het volledig konijnenvrij
maken van het gehele duingebied van het gewest. Het uitroeien van de konijnen in
de duinen is tot op heden een utopie gebleken. (Bron: Delflands Kaarten Belicht,
Hoogheemraadschap van Delfland. Uitgeverij Verloren, Hilversum. januari 2000) |
|
Bronnen: |
Adriaen Collaert |
DDelflands Kaarten
Belicht, Hoogheemraadschap van Delfland |
|
|
|