Vincent Willem van Gogh (1853-1890). Strand bij Scheveningen bij stormachtig weer, 1882. (Coll. Van Gogh Museum, Amsterdam).
Met dikke klodders en grove vegen zette Van Gogh dit vrij kleine zeegezicht op het doek. De woest schuimende zee, de donkere onweerslucht en de wapperende vlag van de boot geven een goed beeld van het stormachtige weer. Van Gogh schilderde dit werk ter plekke, op het strand van Scheveningen, een kustplaats bij Den Haag. Hij moest daar een gevecht aangaan met de elementen: de hevige wind en de opwaaiende zandkorrels, die op de natte verf bleven plakken. Het meeste zand is er later door de schilder weer afgeschraapt, maar in sommige verflagen zijn nog kleine zandkorreltjes aanwezig. NB: dit schilderij is op 7 december 2002 uit het museum ontvreemd en dus niet meer in de vaste opstelling te zien.
 
..."Wij hebben hier gedurende de geheele week veel wind, storm, regen gehad, en ik ben talrijke malen naar Scheveningen geweest om het te zien.
Ik heb er twee kleine marines van teruggebracht.
In het eene zit reeds veel zand - maar het tweede toen het eigenlijk stormde en de zee tot zeer dicht aan de duinen stond, heb ik tweemaal geheel moeten afschrappen, om reden van de dikke
laag zand die het geheel bedekte. Het waaide zoo dat ik mij haast niet kon staande houden, en haast niet kijken door het stuiven. Ik heb het er toch zoeken op te krijgen, door nadat ik 't afgeschrapt had, in een klein herbergje achter de duinen het er onmiddellijk weer op te zetten, en van daar uit weer te gaan kijken. Zoodat ik er toch een paar souvenirs van heb. Maar een ander souvenir is dat ik weer koude heb gevat, met de gevolgen die ge weet, die mij gedurende een paar dagen nu dwingen thuis te blijven.

Het was toch zoo mooi op Scheveningen dezer dagen. De zee was vóór den storm haast nog imposanter dan toen het eigenlijk storm was. Gedurende den storm zag men de golven veel minder, en was er minder een effekt als van de voren van een omgeploegd land.
De golven volgden zoo snel op elkander, dat de een den ander verdrong en er ontstond door de botsing van de watermassa's een soort schuim als stuifzand, dat het eerste plan van de zee als in een soort waas hulde. Maar het was anders een nijdig stormpje - te nijdiger - en als men er wat lang op keek te indrukwekkender, omdat het zoo weinig lawaai maakte. De zee had een kleur van vuil zeepsop. Er was daar op die plek een pinkje, 't laatste van de rij, en eenige donkere figuurtjes. Er is in 't schilderen iets oneindigs - ik kan het U niet zoo uitleggen - maar juist voor het uitdrukken van stemming is het zoo heerlijk. Er zijn in de kleuren verborgen dingen van harmonie of contrasten die vanzelf medewerken, en waar men anders geen partij van trekken kan."
....

Uit:
Brieven aan Theo uit Den Haag 1881-1883
 
Vincent Willem van Gogh (Zundert, 30 maart 1853 - Auvers-sur-Oise, 29 juli 1890) was een Nederlands kunstschilder. Hij werd geboren in Zundert bij Breda. Pas in de zomer van 1880 wordt hij zich op 27-jarige leeftijd bewust van zijn roeping als kunstenaar. Van december 1881 tot september 1883 verblijft Vincent van Gogh in Den Haag en Scheveningen. Hij vestigt zich aan de Schenkweg in Den Haag waar hij ook zijn atelier heeft. Vincent wordt gesteund door de schoolschilder Anton Mauve (1838-1888), een aangetrouwde neef, die hem met het werk van veel andere belangrijke Hollandse kunstenaars in contact brengt: Jozef Israëls, Hendrik Johannes Weissenbruch, Hendrik Willem Mesdag, de gebroeders Jacob en Willem Maris en George Hendrik Breitner. Anton Mauve geeft hem ook lessen in tekenen en schilderen. Vincent gaat schetsen met Breitner (1857-1924) en tekent naast stadsgezichten ook mensen: mannen en vrouwen, Scheveningse vissers en Sien, de vrouw die bij hem woonde. Ondanks zijn liefde voor Sien valt de zorg voor haar en haar 2 dochters hem zwaar. In september 1883 verbreekt hij deze relatie en vertrekt naar Drente.
 
Bronnen:
Vincent van Gogh op Wikipedia
Vincent van Gogh in Den Haag
Brieven aan Theo uit Den Haag 1881-1883
Strand bij Scheveningen bij stormachtig weer