|
|
|
Vincent Willem
van Gogh (1853-1890). Meisje in het Haagse Bos, augustus 1882. (Coll. Kröller-Müller
Museum, Otterlo) |
|
Brieven aan Theo: ..."Deze week
heb ik een paar vrij groote studies geschilderd in het bosch, die ik getracht heb
hooger op te voeren en meer te doorwerken dan de eerste.
Die, welke geloof ik me 't best gelukt is, is niets anders dan een stuk omgespitte
grond - wit, zwart en bruin zand na een plasregen. Zoodat de klonten aarde hier en
daar licht vatten en meer spreken.
Toen ik voor dat brok grond een tijd had zitten teekenen, kwam er een onweer met
geduchten plasregen, dat wel een uur duurde. Ik was er echter zoo fel op geworden,
dat ik maar op post bleef, en zoo goed mogelijk een schuilplaats zocht achter een
dikken boom. Toen het eindelijk over was en de kraaien weer begonnen uit te vliegen,
had ik er geen spijt van het afgewacht te hebben, om reden van den prachtigen, diepen
toon, dien de boschgrond na den regen gekregen had.
Daar ik begonnen was vóór den storm met een lagen horizon, op mijn
knieën, moest ik nu op mijn knieën in de modder gaan zitten, en 't is om
reden van dergelijke avonturen, die in verschillenden vorm zeer dikwijls zich voordoen,
dat het mijns inziens niet overbodig is een gewoon arbeiderspak aan te hebben, waar
men minder aan bederven kan. Het resultaat van dezen keer was, dat ik 't brok grond
mee naar 't atelier kon nemen - ofschoon Mauve mij bij gelegenheid, we spraken over
een studie van hem zelf, wel terecht zei: dat het een karwei is om die kluiten aard
te teekenen, en er wijking in te krijgen.
De andere studie uit het bosch is van groote groene beukestammen op een grond met
dorre blaren, en een figuurtje van een meisje in 't wit. Daar was de groote moeilijkheid
het helder te houden, en lucht te brengen tusschen de stammen die op verschillende
distanties staan, en de plaats en relatieve dikte van die stammen verandert door
de perspectief. Te maken dat men er in ademen en rondwandelen kan, en het bosch ruikt.
Met bijzonder pleizier heb ik deze twee gemaakt." ... |
|
Vincent Willem van Gogh (Zundert,
30 maart 1853 - Auvers-sur-Oise, 29 juli 1890) was een Nederlands kunstschilder.
Hij werd geboren in Zundert bij Breda. Pas in de zomer van 1880 wordt hij zich op
27-jarige leeftijd bewust van zijn roeping als kunstenaar. Van december 1881 tot
september 1883 verblijft Vincent van Gogh in Den Haag en Scheveningen. Hij vestigt
zich aan de Schenkweg in Den Haag waar hij ook zijn atelier heeft. Vincent wordt
gesteund door de schoolschilder Anton Mauve (1838-1888), een aangetrouwde neef, die
hem met het werk van veel andere belangrijke Hollandse kunstenaars in contact brengt:
Jozef Israëls, Hendrik Johannes Weissenbruch, Hendrik Willem Mesdag, de gebroeders
Jacob en Willem Maris en George Hendrik Breitner. Anton Mauve geeft hem ook lessen
in tekenen en schilderen. Vincent gaat schetsen met Breitner (1857-1924) en tekent
naast stadsgezichten ook mensen: mannen en vrouwen, Scheveningse vissers en Sien,
de vrouw die bij hem woonde. Ondanks zijn liefde voor Sien valt de zorg voor haar
en haar 2 dochters hem zwaar. In september 1883 verbreekt hij deze relatie en vertrekt
naar Drente. |
|
Bronnen: |
Vincent van Gogh op Wikipedia |
Vincent
van Gogh in Den Haag |
Brieven aan Theo uit Den Haag 1881-1883 |
Meisje in het Haagse Bos |
|
|
|