Vincent Willem van Gogh (1853-1890). Mijnwerkersvrouwen dragen zakken met kolen, Den Haag, november 1882. (Coll. Kröller-Müller Museum, Otterlo)
 
Vincent van Gogh voelde een diepe sympathie voor de mensen die dagelijks worstelden om te overleven en hij zag ze als eerlijke mensen in hun arbeid. De vrouwen, die zich aftobben met de zware zakken hebben geen identiteit en Van Gogh heeft hen veranderd in symbolen van hun klasse. De zakken en de figuren zijn bijna niet te onderscheiden van elkaar, en met de processie van vrouwen die in de verte verdwijnt is er een tastbaar gevoel van oneindigheid met geen kans op verandering voor hun leven. (Bron tekst: Vangogh.net)
 
Vincent Willem van Gogh (Zundert, 30 maart 1853 - Auvers-sur-Oise, 29 juli 1890) was een Nederlands kunstschilder. Hij werd geboren in Zundert bij Breda. Pas in de zomer van 1880 wordt hij zich op 27-jarige leeftijd bewust van zijn roeping als kunstenaar. Van december 1881 tot september 1883 verblijft Vincent van Gogh in Den Haag en Scheveningen. Hij vestigt zich aan de Schenkweg in Den Haag waar hij ook zijn atelier heeft. Vincent wordt gesteund door de schoolschilder Anton Mauve (1838-1888), een aangetrouwde neef, die hem met het werk van veel andere belangrijke Hollandse kunstenaars in contact brengt: Jozef Israëls, Hendrik Johannes Weissenbruch, Hendrik Willem Mesdag, de gebroeders Jacob en Willem Maris en George Hendrik Breitner. Anton Mauve geeft hem ook lessen in tekenen en schilderen. Vincent gaat schetsen met Breitner (1857-1924) en tekent naast stadsgezichten ook mensen: mannen en vrouwen, Scheveningse vissers en Sien, de vrouw die bij hem woonde. Ondanks zijn liefde voor Sien valt de zorg voor haar en haar 2 dochters hem zwaar. In september 1883 verbreekt hij deze relatie en vertrekt naar Drente.
 
Bronnen:
Vincent van Gogh op Wikipedia
Vincent van Gogh in Den Haag
Brieven aan Theo uit Den Haag 1881-1883
Mijnwerkersvrouwen dragen zakken met kolen