Hendrik Willem Mesdag (1831-1915)
Anker winden. Enkele bomschuiten staan op het punt zee te kiezen. Dat gebeurde op een heel speciale manier. Op 1.80 meter van het strand werd een zwaar anker in zee gezet met aan dezelfde kabel een kleiner anker dat diende om bij het afwinden van de schuit het zogenaamde krabben (over de bodem schuiven) van het grote anker te voorkomen. Op korte afstand van het schip werd nog een klein anker op de kabel gestoken. De jongste ankerzetter liep met dit anker op zijn schouder tot aan zijn nek in zee en liet het anker vallen. Pas als dit alles gedaan was werden de vissers man voor man door de zogenaamde dragers of zwemmers ingedragen en op een achter de bom geplaatste ladder afgezet. Daarna klommen de dragers zelf aan boord. De complete bemanning bestond uit 9 man. Vervolgens werd de ankerkabel om een primitieve houten spil gelegd en de spilstaken ingestoken. Bij elke aanrollende golf trachtte men met gelijktijdige rukken de kabel op te winden en zo het schip in zee te trekken tot diep water was bereikt. Op enige afstand van de kust werd zeil gezet en koers gezet naar de visgronden. Interessant is de datering: vanaf 1882 werden de bomschuiten voorzien van een achtermast, bij de vissersschepen op ons schilderij ontbreekt deze mast, de datering 1875 is dus volkomen juist. (Coll. Rob Kattenburg, Bergen-NH)
Op de drie schepen zijn de vissers bezig met het winden van het anker. Rechts het ankerwinden op een foto van de bomschuit SCH 183 'Willem Beukelszoon' van rederij Joh. Hoogenraad Jz., is gereed voor vertrek naar zee uit ca. 1895.

ANKER-WINDEN (Matrozenlied.)
Oho, hoi! Windt er het anker uit de grond
Ben je landrig als ouwe Joost,
Wil je varen naar West of Oost
Oho hoi Wind er het anker uit de grond
Oho, hoi! Windt er het anker uit de grond
 
Hendrik Willem Mesdag (Groningen, 23 februari 1831 ñ Den Haag, 10 juli 1915) was een Nederlands kunstschilder, aquarellist, etser, lithograaf uit de Haagse School en was een befaamd kunstverzamelaar met een eigen museum. Mesdag was de meester-marineschilder van de Scheveningse bomschuiten.
Mesdag was een zoon van de stijfselfabrikant, later bankier, Klaas Mesdag en Johanna Willemina van Giffen. Hij werd geboren in Groningen en toonde al jong belangstelling voor tekenen en schilderen. Er is zelfs een tekening Waterval van hem bekend die hij maakte toen hij nauwelijks 14 jaar oud was. Zijn Groningse leermeesters waren Cornelis Bernudes Buys en J.H. Egenberger, directeur van Academie Minerva. Hij leek echter voorbestemd voor een zakenloopbaan in het bedrijf van de familie. Op 23 april 1856 trouwde hij met Sina van Houten (Sientje). Ook zij had een artistieke belangstelling. Hun enig kind, Klaas, werd 7 jaar later geboren en overleed op 7-jarige leeftijd.
In 1866 gaf hij zijn zakenberoep op en besloot hij definitief als schilder te leven, daarin stevig aangemoedigd door Sientje. De zomer van dat jaar bracht hij door in Oosterbeek, het Nederlandse Barbizon. Daar werkte hij samen met Johannes Warnardus Bilders. De werken van de Franse Barbizon-schilders zouden trouwens later een bijzondere betekenis krijgen bij zijn aankopen voor zijn museum in Den Haag.
Zijn neef Lawrence Alma-Tadema, ook schilder, introduceerde Mesdag te Brussel bij Willem Roelofs, die daar al sedert 1846 woonde. Roelofs werd zijn ultieme leermeester, van 1866 tot 1869. Ook met de Vlaamse landschaps- en dierenschilder Alfred Verwee ontstond een vriendschappelijke band. (Bron: Wikipedia.org)
 
Bron:
Hendrik Willem Mesdag op Wikipedia
Anker winden
Rob Kattenburg
De Liederenbank
Bomschuit SCH 183 'Willem Beukelszoon'